Edegem (4)

3 nov 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Aan de lagere school van het Molenveld waar ik als kleine jongen vanaf mijn 6de dingen leerde die ik voor de rest van mijn leven zou nodig hebben, was een turnzaal. Het rook er naar jongenszweet, verloren turngerief en de meid van de pastoor.
Het was een gebouw dat aan de pastoorswoning grensde. Je moest de speelplaats over om er binnen te geraken. Ook na schooltijd kon je er binnen. Wij toch. Er lag een houten vloer, en in mijn herinnering was het een ontzettend hoog vertrek, met heel lange touwen, en blinkende banken. Er was veel kapot, er zaten gaten in de vloer, en in de muren, en het lag er vol dikke stofvlokken. Her en der kon je krachtballen vinden, van die wat vormeloze plompe dingen, waar ik als jonge jongen het nut niet van inzag. Evenmin als het springen over een bok, of over het paard. Dat paard was geen paard, maar eerder een krachtbal op vier poten.

Na schooltijd drongen we er vaak binnen. Er zat een galm in de zaal die ik nergens anders ooit had gehoord, en als we er voetbal speelden, en we keilden de bal keihard tegen de muren, dan weerklonk een knal die het hele gebouw deed daveren. Er dwarrelde dan stof van boven naar beneden, en kalk. In de hoge zolderverdieping zat een luik, in een hoek ergens. Je kon er geraken met een soort brandladder die aan de muur bevestigd was, maar zelf durfde ik dat niet. Veels te hoog. Het was de kunst om de bal keihard naar de zolderverdieping te schoppen, recht het luik in. Iemand moest dan de bal terughalen. Ik niet. Daar waren genoeg helden voor. Ik ken hun namen niet meer, maar ze rookten ook sigaretten op het schoolplein voor de turnzaal. En in de stinkende kinderwc’s.

Vandaag is die school geen school meer. En de pastoor zit al lang met de meid in zijn hemel. Maar de herinneringen eraan zitten verstopt in de spelonken van mijn aftakelende geest. Eraan terug denken roept geuren op, en angst ook, en opwinding, vaak, om dingen te doen die niet mochten.

Ik zou haast nog vergeten dat die turnzaal een grote houten dubbele deur had. Een poort haast, met twee hoge openslaande delen. Er zat een gouden klink aan. En de deur maakte een piepend geluid. Je moest ze heel voorzichtig dichtdoen, wilde je niet al meteen buiten vliegen.

Als dit alles bij u ook herinneringen oproept, dan bent u wellicht ook ooit in die turnzaal geweest, misschien was u wel één van mijn helden, toen. Zonder hoogtevrees, en met een rokershoest avant la lettre.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

3 nov 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket