ik schrei me neer op een bed van mos
sluit mijn ogen tot niets mij nog bindt
alle guurdheid gaat zo snel voorbij
storm gaat zacht liggen tot stille wind
laat de regen mijn haren wassen
mijn huid tintelen door wat er leeft
vonken in mijn ogen toveren
mijn hart bonst hevig, mijn lichaam beeft