Omdat de Engelentrompet een bloem is, denk ik dat ben jij.
Een kleine dame in een gouden koets. Een pony, een beer, knuffels
van pril geluk, van liefde die over de wereld staart.
Je wezen zal in wolken verschijnen. Trappelend je sokjes, je oudroze handjes
een zwevende ballon, je huid - zacht als een ganzendons kussen.
Omgeven door luiers, door spenen
van talk, door crème, pap
als een fonkelend lichtje. Een sterrenkind
ben je met het formaat van het heelal.
Engelentrompet, je maakt al het moois weer nostalgisch, je blaast ons terug
naar jouw geboortedag, de zalige weken vóór de droevige oorlog in ons hoofd
die we tot het einde streden. Ook zonder aardse aanwezigheid, zal je verder leven
in fauna, in flora, in mensen,
in alles blijf je herinnerd zoals je was - uniek, eigenzinnig, onverdroten
met eeuwige trots.