Anders had 't kunnen lopen
Indien 't benen had gehad
De tijd kon enkel hopen
Dat hij ledematen bezat
In plaats van de wijzers die de mens
Hem schaduwen geleden vol trots schonk
Want men wenste toen intens
Dat het beest in hen verdronk
Nu heerser over leven
Over land en over zwerk
In staat zijnde om te zweven
In geen opzicht meer beperkt
Slaaf wordend van zichzelf
Keert de tijd zich tegen hen
Gedoft tegen ’t gewelf
Wordt de mens alweer miskend
Dus schreiend schrijdt hij voort
Over geërodeerde zeeën
Schreeuwend tot gehoord
Snijdt ‘m zichzelf al snel in tweeën
Zodat het lijkt alsof hij weet heeft
Van alle pro’s en cons
Die vasthangen aan al leed
Zo leeft de tijd alleen in ons
En nooit komt hij nog weg
Maakt niet uit hoe hij probeert
Al ’t instinct verrot
Al ’t gevoel is hij verleerd
Vastgeroest in leeg genot
En al dat ’t brein begeert
’t Hart geheel kapot
Zijn ziel verbrand, verteerd