De schalen dampten gedwee
spruitjes van alle tijden,
terwijl mijn vader traag zijn woorden sprak
en zijn zus, mijn dronken tante,
lettervermicelli schikte tussen vette ogen
en tegendraads vlees.
Ze spelde: N-E-U-K en kraste venijnig
met haar lepel een vreugdeloze lach.
Mijn oom ontbrak en deed het met een ander,
vandaar.
Buiten schaterde meedogenloos de zon
en braakte ik plichtsgetrouw
over het gesteven laken.