De Kandidaat
’En, wat vinden we van ’m?’
’Geweldig,’ zei Emmy. Voor haar beurt. Er werd dan ook niet op haar uitroep gereageerd. Ik was eerst, dan kwam Theo en daarna pas Emmy.
’Alex, wat vind jij?’
Jacqueline keek me aan met een blik die me weinig keuze liet: ik kon bijna niet anders dan haar enthousiasme bevestigen.
Ik kuchte. ’Ik weet het niet,’ zei ik aarzelend.
’Je wéét het niet? Wat weet je niet?’
Jeroen H. beschikte over de juiste papieren, de juiste ervaring en de indruk die hij zojuist had achtergelaten was ronduit sympathiek, kundig en gedreven. Een lot uit de loterij. En dan durfde ik nog ’ik weet het niet’ te mompelen.
’Wat bevalt je niet aan hem? Zijn haardracht?’ Jacqueline lachte schamper. Waarschijnlijk dacht ze dat het zoiets primitiefs was: ik was jaloers op zijn volle bos, terwijl ik mijn schaarse hoofdhaar noodgedwongen millimeterde. Of was ik misschien bang dat Jeroen H. té goed was, vroeg ze vals. Dacht ik dat hij een bedreiging vormde, dat hij me over een jaar of twee voorbij zou streven?
’Onzin,’ zei ik, maar het klonk zwak. ’Het is een gevoel.’
’Een gevoel.’ Ze keek me afkeurend aan en draaide haar hoofd naar Theo. ’Wat vind jij?’
’Doen, zou ik zeggen.’
Doen, zou ik zeggen, imiteerde ik het gefleem van Theo in mijn hoofd, maar blijkbaar had ik mijn gezichtsuitdrukking niet in bedwang.
’Ja, nou moet je ophouden, Alex,’ zei Jacqueline scherp. ’Je komt nú met de reden van je twijfel op de proppen, of je houdt je mond dicht.’
Het had weinig gescheeld, of ze had ’bek’ gezegd, maar wist zich nog te beheersen. We gaan hier respectvol met elkaar om.
’Ik vond hem ook erg goed overkomen,’ zei Emmy. Opnieuw te vroeg, maar dit keer werd haar positieve reactie aangegrepen om van mijn getreuzel af te zijn.
’Goed, dan denk ik -’
’Hij had S5,’ zei ik.
’Sorry?’
’Jeroen H. Hij had S5.’
Alle blikken waren nu op mij gericht. Ik zag ze denken: S5, S5, S5?
’Waar heb je het in hemelsnaam over?’
’Of eigenlijk, S3,’ zei ik, maar ik zag direct dat die correctie het begrip niet vergrootte.
’S3…’ Jacqueline keek naar haar Ipad en veegde door Jeroen H.’s sollicitatiebrief.
’Het staat niet in zijn brief,’ zei ik. ’Logisch. Als ik in zijn schoenen zou staan, zou ik dat ook niet doen. Niemand zou dat doen. Het is nou niet bepaald een aanbeveling.’
’Kun je ons misschien even uitleggen waar je het over hebt? What the fuck is S5, of nee, S3?’
’Als je in militaire dienst moest, werd je geestelijk en lichamelijk gekeurd. Je kreeg een onderzoek. In het leger kreeg alles een afkorting. LiBoZa stond voor linker bovenzak, een WaWa was een waterwagen… Het onderzoek kreeg de afkorting ABOHZIS: algemeen, bovenste ledematen, onderste ledematen, horen, zien, intelligentie. De S stond voor stabiliteit.’
’Waar Jeroen H. een 5 voor scoorde, of een 3.’
Ik knikte.
’En dat is niet goed? Een 5, of een 3?’
Ik schudde mijn hoofd.
Jacqueline keek me taxerend aan. ’Jij had zeker een negen of een tien?’ Het klonk niet alsof ze me complimenteerde.
’Een één. Ik had voor alles een één.’ Emmy schoot in de lach die ik met een kille blik smoorde. ’Zeven keer een één is de beste score die je kunt halen. Ik was maximaal inzetbaar, op alle fronten.’
’Op alle fronten,’ mompelde Jacqueline. ’En hoe weet je dat, van Jeroen H.?’
’Ik heb met hem in militaire dienst gezeten. Beter gezegd: ik zat in militaire dienst en Jeroen was er binnen twee weken weer uit. Hij heeft zich af laten keuren. Vroeger heette dat S5: voorgoed ongeschikt voor het leger. Toen ik in dienst moest, was dat begrip inmiddels veranderd in S3, verminderd plaatsbaar, maar iedereen noemde het nog steeds S5, vanwege de dramatische lading, denk ik.’ Ik keek om me heen, maar niemand scheen die dramatische lading ook maar enigszins te voelen. ’Toen ik H.’s brief las, dacht ik: hé, die naam ken ik. In een plakboek uit die tijd vond ik een lijst met namen die werd opgesteld toen we de eerste twee weken op introductie-bivak moesten. Jeroen H. staat er ook op.’ Ik trok de lijst uit mijn map en schoof hem over tafel naar Jacqueline. Ik had er beter een kopietje van kunnen maken, zag ik nu, want het ding zag er nogal smoezelig uit. Dat kon ook niet anders. De lijst was dertig jaar oud.
’Hoe weet je dat het dezelfde Jeroen H. is?’ Jacqueline raakte het papier niet eens aan.
’Het is nou niet bepaald een veelvoorkomende achternaam,’ zei ik. ’Bovendien is zijn geboortedatum identiek aan de eerste zes cijfers van zijn dienstnummer.’
’Goed, hij heeft zich af laten keuren. S3. Weet je wat mijn dochter nu zou zeggen, Alex?’ Jacqueline keek theatraal om zich heen. ’Lekker belangrijk.’
Theo maakt een hinnikend geluid.
’Er waren jongens die alles uit de kast haalden om afgekeurd te worden,’ ging ik dapper verder. ’Ze fingeerden chronische rugpijn of slechte ogen, anderen simuleerden psychische klachten. Er waren er bij die hun moeder meenamen naar de keuring, of een schaap.’
’Een schaap?’ Emmy maakte onbedoeld een bijpassend geluid.
’Jongens die tot zoiets in staat zijn, zullen later… Ze zijn instabiel, niet te vertrouwen, manipulatief.’
’Maar Jeroen H. werd blijkbaar toch goedgekeurd, anders was hij toch nooit met jou op introductie-bivak gestuurd?’ Theo bloosde om zijn eigen scherpzinnigheid.
’Dat klopt, maar tijdens die eerste twee weken probeerde hij alsnog afgekeurd te worden.’
’En met succes?’
’Ja.’
’Nou, dat had hij dan mooi voor elkaar,’ zei Theo. ’Dat scheelde toch weer twaalf maanden zinloos oorlogje spelen.’
’Zestien. We werden opgeleid tot dienstplichtig officier.’
’Officier, toe maar,’ zei Jacqueline. ’Ik wist niet dat jij ooit een hoge pief in het leger was.’
’Tweede luitenant.’
’Is dat hoog? Ik heb echt geen idee. Vroeger, als kind, speelde ik wel eens Stratego met mijn broers, maar de volgorde van die poppetjes ben ik even kwijt.’
’O ja, Stratego,’ grinnikte Theo. ’Jeugdsentiment. Je had toch ook van die bommen? Die kon je alleen opruimen met speciale mannetjes… Kom, hoe heten ze nou?’
Ze keken alle drie nadenkend voor zich uit, Emmy voor de vorm, want zij wist niet eens wat Stratego was.
’Mineurs,’ zei ik.
’Ja, mineurs! En er was toch ook een spion?’
Ze glimlachten nostalgisch.
’Dus jij werd tweede luitenant en Jeroen H. werd niets. Die kreeg 3S,’ zei Jacqueline, de draad weer oppakkend. Ze keken me alle drie spottend aan.
’S3,’ corrigeerde ik kregel, ’maar daar gaat het niet om. Het gaat om de manier waarop.’
’De manier waarop?’
’Waarop hij zich liet afkeuren.’
’Nam hij een schaap mee?’ opperde Emmy.
’Nee, hij ging in de latrine liggen slapen,’ zei ik stuurs.
Het bleef een hele tijd stil. Ik nam aan dat ze die situatie nu visualiseerde: Jeroen H. in zijn slaapzak in die latrine. Ik deed dat in ieder geval wel. Na al die jaren trok er nog steeds een rilling over mijn rug.
’Wat is een latrine?’ vroeg Emmy.
’Een latrine is een wc,’ zei ik, ’een openbaar toilet. Stel je er niet te veel bij voor. Tijdens dat introductie-bivak was het niet meer dan een ronde kuil in het bos met een stok in het midden. Vanwege de privacy stond er een scherm omheen, een groen zeil. Jeroen H. vertrok elke nacht met zijn slaapzak naar de latrine om daar te slapen.’
Emmy knikte ernstig. ’Waar was die stok voor?’ vroeg ze.
’Om te richten. Mannen hebben graag iets om op te richten. Vergelijk het maar met zo’n vlieg in een urinoir.’
Ik zag aan haar gezicht dat ze geen benul had waar ik het over had.
’Maar goed, dan praten we over… hoelang geleden? Vijfentwintig jaar?’ vroeg Jacqueline.
’Dertig. Maar dat is niet relevant. Wat ik wil zeggen is dat hij niet goed bij z’n hoofd is. Hij heeft verdorie S5!’
’Maar hij spéélde het toch? Hij was toch niet écht gek?’ Theo keek me aan alsof hij een kind omzichtig probeerde uit te leggen dat sinterklaas niet bestaat.
’Ja, hij deed het gewoon om niet in het leger te hoeven,’ zei Emmy dommig. ’Ik begrijp zoiets wel, hoor.’
’Ach, stomme trut! Je weet niet waar je het over hebt! Een minuut geleden wist je niet eens wat een latrine was en nu vind je het wel begrijpelijk.’
’Alex, ik denk niet -’ begon Theo met zijn zalvende stem.
’Hou jij je er alsjeblieft buiten? Wist je dat types als jij tot halverwege de jaren zeventig sowieso S5 kregen?’
Theo trok wit weg en keek geschokt naar Jacqueline.
’Wat bedoel je daarmee, Alex?’ vroeg ze scherp. ’Met types als jij?’
’Ja, wat bedoel je daarmee, Alex?’ stamelde Theo. ’Dat zou ik echt heel graag willen weten.’
Ik griste het papier van tafel, schoof het terug in mijn map en stond vloekend op.
Waarom zagen ze het niet? Waarom roken ze niet die afgrijselijke stank?
Bij de deur draaide ik me om.
’Hij ging met zijn haar in de pis liggen. Zo liep hij de hele dag rond, met zijn gore, stinkende plakhaar. Alleen maar om afgekeurd te worden.’
Jacqueline keek me meewarig aan. Zie je wel, zag ik haar denken, dus tóch vanwege z’n haar.