Ik gooi mijn kronkelend, stuiptrekkend hart in de vuilnisbak.
Na jaren van onderkoeling wens ik het dood.
Teveel reanimaties, teveel terugval. Ik verwens al die therapeutist-ische passanten die ‘sans gène’ gingen peuteren in mijn pijn, zijn pijn, onze pijn. Om ons vervolgens naar huis sturen met weeral een nieuw lijstje vol hoopgevende beloftes om de relatie te redden. Zonder resultaat.
En dus… na jaren van electro-liefdes-shocks is het duidelijk. De liefde verschrompelt. Wat ooit een uitgelaten, hartstochtelijke golf van passie en liefde was, evolueerde stilaan tot een afgelaten, platte, verrimpelde ballon waar gif huist en bitterheid gedijt.
Alle moderne wetenschappelijke inzichten ten spijt. Een kapotte relatie fixen? Neen. Een groeihormoon voor de liefde bestaat immers niet.