Gedicht bij een septemberfeest
De sterren kijken door de wolken,
hun gloeiende ogen als steenkool oud;
wij kijken naar elkander
niets zeggend met dove tong
drijvend in het vuile water van de tijd.
Geen oevers om ons aan op te trekken:
zuigend in het slijk van onze jeugd.
In welke wereld wil je leven?
Ploegen in een diepe schoot?
Zeilen door het blauwe zwerk?
Terwijl kruimelig de aarde barst
van geurig leven (vechtend tegen de
verpletterende stad die betonnen tapijten uitrolt in de juichende wildernis)
ademen wij traag in en uit
verdwaasd gezeten op een blauw arduinen bank.
Het leven op déze Aarde
is vertekend en dor
en de wolken wuiven de sterren weg
met handen van waterdamp (uit de rechthoek boven deze tuin)
Erik Molenaar – uit de gedichtenbundel ‘Voor Moeder Aarde’