Dit was mijn huis,
Gedumpt voor een mooier,
Achtergelaten voor een beter leven.
Ik had het mooiste uitzicht,
Mijn eigen gigantische tuin.
In de zomer een paradijs,
In de winter een prachtig plaatje.
Maar nu ik kijk vanop een afstand,
Besef ik meer en meer,
De eenheid is verstoord.
Het dumpen was verkeerd.