gewoon achterdoor
Ha, ik vernam via mijn geheime bronnen dat U allen dacht dat een buschauffeur de idiote vragen, de naïeve buien en/of verdwaasde opmerkingen van de klanten nooit beu wordt? Had dan maar wat anders gedacht!
Mij persoonlijk beginnen de verscheidene opsporingsberichten door de centrale dispatching me behoorlijk de strot uit te komen. Kindjes die verloren lopen of op een verkeerde tram/bus zitten, dat is begrijpelijk. Kindjes die achteloos achtergelaten worden door hun verdwaasde moeders in de grote stinkende stad, dat is begrijpelijk. Daar willen wij uiteraard meteen een duit voor in het zakje doen met onze fantastisch opgeleide en getrainde speurneuzen. Maar bandieten vangen? Nee, sorry, dat is de politie z’n werk!
Donderdag 4 november, 5u45. Ter hoogte van het Klein Seminarie in de would-be stad Hoogstraten, onderweg naar de Zundertseweg in Meer (nog steeds zonder eco-toilet!) voor de aanvang van mijn schoolvakantiedienst, weerklinkt plots in de donkere, herfstige ochtend de stem van de dispatching door onze radio. Een bazige stem deze keer. Of ene die slecht gezind is. Of ene die gisteravond niet gemogen heeft.
“Oproep aan alle chauffeurs die van Sint Job naar Schoten rijden. Willen jullie allemaal eens goed opletten!”
Bij zo’n bazige toon keert m’n maag al om. Maar ik ging wel attenter luisteren want later zou ik daar inderdaad passeren.
“Er is een inbreker ontsnapt. Die neemt mogelijk de bus richting Antwerpen. Voldoet aan volgende beschrijving: Iraniër van afkomst, tussen de 20 en 30 jaar, tussen 1 meter 60 en 1 meter 70, dus eerder aan de kleine kant!”
Die laatste zin deed me opstandig opveren uit mijn chauffeurszetel die nochtans al een hele tijd kwaadwillig niet meer veert. Aha, mijn 1 meter 68 behoort volgens de mijnheer van de dispatching dus ook ‘eerder aan de kleine kant’??? Zeg dan verdomme ineens dat het om een Iraanse trol gaat!
“Hij draagt een zwarte lederen jas en heeft mogelijk een breekijzer bij zich. Als ge die man opmerkt of op uw bus hebt, gelieve dan onmiddellijk de dispatching te verwittigen!”
Het schuim kwam me haast letterlijk op de lippen staan. Het is genoeg geweest! Het moet gedaan zijn met die belachelijke opdrachten aan ons adres! Dus, ik druk op de radioknop en roep de dispatching op. Blijkbaar dezelfde norse man aan de andere kant.
“Lijn 600. Wagen 102104. Chauffeur Hoefkens. Wij luisteren?”
“Een vraagske mijnheer. In verband met dat opsporingsbericht van daarnet. Wat brengt dat op?”
“Hoe? Wat bedoelt u chauffeur Hoefkens?”
“Wel, wat brengt mij dat op? Krijgen wij daar extra loon voor? Of een premie?”
“Ah… bah… nee! Wij vragen gewoon eens uit uw doppen te kijken onderweg, dat hoort bij uw job…”
“Sorry, dat dacht ik niet! Ik ben chauffeur. Ik moet klanten van de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn van punt A naar punt B vervoeren, allereerst op de meest veilige wijze, binnen de kortst mogelijke tijd, alsook met de meest maximaal mogelijke service en kwaliteit. Daar heb ik al genoeg mijn handen én ogen mee vol. Criminelen pakken of losgebroken inbrekers opsporen hoort daar echt niet bij hoor!”
“Ja… maar chauffeur Hoefkens, wat wilt ge nu eigenlijk zeggen? Hebt gij die kerel dan misschien al gezien, of wat?”
“Tja… misschien. Ik ga u dat echter nu nog niet aan uw oren hangen. Ik wil eerst zekerheid of wij daar extra voor betaald worden, begrijpt u? Ik ga geen bandieten opsporen en op mijn bus vasthouden tot jullie of de politie er zijn als ik daar geen extra loon voor krijg, snapt u? Mag ik u misschien mijn rekeningnummer reeds doorgeven om in voorkomend geval te storten, of hoe gaan we dat regelen?”
Oftewel was mijn spreektijd op, ofwel hadden ze zich aan de andere kant in de stinkende stad van miserie opgehangen… maar de radio viel uit en ik vernam urenlang geen kik meer uit dat ding. Inmiddels arriveerde ik aan mijn starthalte in de Zundertseweg in Meer, zonder eco-huisje. Van evenveel miserie ben ik dan maar bij de buren achter de treurwilg naast de gevel gaan zitten kakken…
Enkele dagen en enige ritten later. Halte aan het Bouckenbergpark (Oude Bareellei) ter hoogte van de soeks van Marrakech. Een juffra met olijk doch truttig gezichtje vraagt:
“Chauffeur, komt u aan de Inno?”
“De Inno juffrouw? Waar mag dat wel wezen?”
“Awel chauffeur, gewoon achterdoor!”
“Nee juffrouw, ik rijd abnormaal rechtdoor vandaag!”
Deuren dicht en wegwezen hier! Horden dwaze mensen lopen er weer rond in deze late herfst. Koppijnpilleke innemen! Najaarsdipje. Gewoon eronderdoor…