weet je nog m’n lief, hoe wij wandelden
langs de gouden velden
in wat late zon en door nevelgrijs
zonder zorgen om de tijd
samen stapten wij op een glooiend pad
door maanverlichte duinen
door het mulle zand naar het witte strand
en de branding van de zee
samen sliepen wij in een kleine hut
op maanverlichte bergen
samen gingen wij bij de zonsopgang
over ijs en eeuwige sneeuw
samen liepen wij op The Western Way
langs maanverlichte meren
wij verwarmden ons bij een open vuur
aan een kleine waterval
samen deelden wij lief en leed
langer dan een halve eeuw
waarom zo niet verder doen
in de tijd die ons nu nog blijft
in de tijd die ons nu nog blijft
samen zongen wij een weemoedig lied
in de maanverlichte patio
soms eens “Nathalie”
soms eens “Let it be”
en af en toe “For auld lang syne”
kom bij mij m’n lief, laat ons wandelen
langs de gouden velden
want ik wil met jou nu genieten van
al de tijd die ons nu nog blijft
al de tijd die ons nu nog blijft
al de tijd die ons nu nog blijft