Er woont een meisje in mijn hart.
Ze lacht er, danst er. Tuurt er
naar de sterren, maakt er
wensen mee - grotemensenwensen
passend in een kinderhand.
Er woont een meisje in mijn hart.
Zo zacht, dartel als een jonge kat.
Zij scherpt haar klauwen aan mijn
ziel, likt de zorgen uit mijn vacht.
Er woont een meisje in mijn hart.
Ze huilt er, schuilt er. Graaft kuilen
met stille tranen. Verdriet dat
knaagt maar niemand die het ziet.
Er woont een meisje in mijn hart,
ze lijkt heel hard op mij. Soms leeft er
spijt onder haar huid voor wat nooit is geweest.
Dan kus ik haar, vertel dat niet verdriet
maar hoop je vleugels geeft.
Er woont een meisje in mijn hart.
Ze groeit er elke dag. Soms ben ik bang
haar los te laten, op vleugels kwetsbaar
als papier. Voorzichtig landt ze op mijn handpalm,
legt haar glimlach in mijn hart en zegt:
mama, zie je wel dat het klopt.