1
niets blijft voor altijd verborgen
niet de tombe van een jonge farao
gebalsemd in zijn windsels, met zijn hiernamaals
niet de nevels aan de randen van wat uitdijt
het oudste licht dat aan het blote oog
maar niet aan de telescoop ontsnapt
niet de grimas van de clown
de slechte kaarten van de pokerspeler
en de vuisten in mijn broekzak
als de vijand me uitdaagt
2
niets blijft voor altijd verborgen
niet de vaas op de bodem in zijn jas van algen
en zeepokken, door de wrakduiker herontdekt
na vier eeuwen en drie zuurstofflessen
niet de vage gezichten in een fresco
door een scan weer in kaart gebracht
niet het fossiel van een uitgestorven weekdier
in de bergen, niets blijft voor altijd verborgen
niet de krampen in vitale organen die de drift
door ons pompen, niet de schreeuw
in de plooien van mijn strot