Een zweefvlieg vraagt zich zelden af waarom ze leeft
Laat staan waarom ze zoveel poten heeft
Geen vlieg ligt wakker van de vraag “Wat is volmaakt?”
De hersens van een vlieg zijn daarvoor niet gemaakt
Als ik de hersens van een zweefvlieg had gehad
Had ik het leven zeker lichter opgevat
En al die vogels raken nooit het noorden kwijt
Ook zonder routeplanner komen z’ er altijd
Bij mij is dat wel anders ik weet nooit waarheen ik wil
En als ik het al weet dan slaan mijn hersens weer op til
Als mijn hoofd uit vogelhersens zou bestaan
Dan wist ik zonder twijfel waar ik heen moest gaan
En zelfs een hond gedraagt zich braafjes zoals ’t moet
Sociaal gedrag loopt ook bij schapen altijd goed
De hersens van een dier zijn netjes opgebouwd
En in de mijne loopt er altijd wel iets fout
Had ik de hersens van een hond of van een schaap
Dan stond ik ongetwijfeld niet zo vaak voor aap
Maar ik hou van chaos en van twijfelen waarheen
Van misverstanden en van veel te veel alleen
Van onvolmaakt en van gepieker in de nacht
Van niet begrijpen wat er van mij wordt verwacht
Moest ik het stellen met de hersens van een beest
Dan was mijn leven veel te ordelijk geweest