De nacht is lang...het raam is open, maar dat helpt niet. Het lijkt alsof ik slaap in een uitkijkpost en inkijkcamera tegelijk. Ik was in de sauna. Overal naakte mannen en vrouwen, zwetend op hun handdoek. De geur van eucalyptus. Het beeld van twijgen neerkomend op een blote rug. Daar zit ze, het meisje met de raven zwarte haren. Per ongeluk heb ik mijn tasje mee de sauna ingenomen. Fout.
Dan rijd ik met mijn twee Zwitserse neven in een auto. We passeerden een opgebroken Russische straat en werden staande gehouden. Ik had een ballenjurk aan en telde de ballen, maar kwam niet verder. Toen waren we ineens ‘thuis’ in Zwitserland. Er lag een mes, een horloge en nog iets.
De terugweg in de trein: ‘ dames en heren : De trein naar Schiphol van 10.28 rijdt door een aanrijding met een persoon niet.’
Ik wil schrijven, schrijven, dan voel ik nabijheid.
En wakker ben ik.