Nikki

Gebruikersnaam Nikki

Teksten

Lieve

Ik geef je geen naam meer, edeldrummer, rechterszoon, heb al teveel geprojecteerd. wat waren we jong en gaaf! We luisterden naar de Doors: ‘ riders on the storm en light my fire’. We dronken teveel goedkope wijn en soms moest ik de misselijkheid met melk te lijf. Het melkmeisje. Nog altijd, als ik de muziek hoor gaat er een venster aan herinnering open. Later was ik op Pére-la- Chaise in Parijs, ledigde er een glas betere witte wijn. Ik was er met Johan, ook dat zal je niet verbazen. De jonge man voor wie ik jou verliet. Of beter gezegd, aan wie ik mij verbond toen jij en ik elkaar moesten verlaten. Weet je nog dat we op de trap stonden en en boek moesten verscheuren? Het mocht niet meer leven bij één van ons. Het moest verdeeld. Weet jij nog welk boek dat was? Pearls before swine...? Zoiets?    Zoveel jaren later, het meeste mis ik nog het herinnering delen. Natuurlijk is mijn herinnering zoveel anders dan de jouwe. Zelfs in één gezin met onze acht kinderen, heeft ieder zijn eigen jeugd meegemaakt. Ik moet denken aan boek: herinneringen aan Maria Zachea. Waarin 11 kinderen over hun jeugd vertellen aan hun tante. Dat alle elf een andere versie hebben, ieder tegen de achtergrond van de hoeveelste en welk geboortejaar. Vreemd en toch bebrijpelijk. Dezelfde ouders, allen geliefd en toch.   Dear E. Jij was voor mij de toegang tot het ‘grote’ leven. Jij leerde me van jazz houden, van grote schrijvers. Al gooide je je vuile goed op de grond, dat deed er niet toe. Je kookte indische rijsttafels voor je linkse vrienden en mij. Maar jouw ouders, vooral je vader, gaven mij een thuisgevoel. Ze mochten mij. Wij mochten -ongetrouwd- samen slapen op matrassen op de grond. Je moeder bracht een kopje thee: zwart en wit op één kussen. Jij pikzwart, ik loeiblond. Zo waren we, verliefd, geborgen en vrij! Nog altijd heb ik heimwee naar jouw ouders, het gezin van vroeger.

Nikki
0 0

gedicht

dDe18th April 2018 Today the first warm day in spring. Cold water, shells are hurting my bare feet. This first day at sea,  light still incredibly soft.... Thoughts came & went & stay.. as seagulls in the sky white stripes of planes are  writing names from heaven... They are there, they are here in birds, in waves, in light. I close my eyes to see my brothers near to me....   Vandag  die eerste warm lentedag. Koue water, my kaal voete kla eerste dag by die see sagte, ongelooflike lug... Gedagtes kom, gaan, bly seemeeue in die lug  vliegtuie maak wit strepe skryf name vanuit die hemel Hulle is daar, hulle is hier in voëls, in branders, in die lig. Ek maak my oë toe en sien my broers naby my... Vertaling: Connel Fortuin dag Myriam,  Je hebt nu een naam, is dat een Joodse naam? Hoe hebben jouw ouders je je naam gegeven? Heb je dat ooit kunnen vragen?  Bovenstaand gedicht schreef ik afgelopen woensdag. Ik heb een Zuidafrikaanse vriend,  gevraagd het te vertalen. De hele week was het een komen en  gaan van dit en dat. Werk, familie, vrienden.. nu schrijf ik de losse stukjes. Waarschijnlijk voldoe ik niet aan de opdracht, ik begrijp deze niet goed.  De viskar verkoopt fish on the beach, hé het is toch: at the beach? Twee knullen rennen er achteraan, de vieze walm die uit de aluminium pijp komt, deert hen niet. In de verte klinkt het dof gerommel van een motor. Naderbij zoeven de rotorbladen van een legerhelicopter.  ‘Wij zijn nu van tijd los, mama’ klinkt het vanonder de parasol. ‘Ga maar lekker slapen, als we weggaan, waarschuw ik je wel’. Dochter schenkt rosé in en zakt ook weg op de stretcher. Aan de rand van het terras staan bossen wilgentenen in gelid. Twee koolmezen bewegen van twinkelerend van top naar top. Ze landen uiteindelijk op het allerdunste, hoogste gevorkte takje. En wiegen in de wind. De glanzende diepzwarte kraai pikt naar restjes eten in het zand. Hun blikkerig geluid weerkaatst. Naast mij is een topless, naar ik aanneem, studente verdiept in een studieboek. Als ze zich opricht wordt de tattoo zichtbaar rond haar rechterborst: een maretak. Dit is de eerste tattoo die ik mooi vind. Maar wat een pijn zal de studente geleden hebben. Naald en inkt in zo’n prachtige, zachte, ronde borst.  Lentelicht, lentefris, het water koud. Schelpen knarsen en snijden in mijn voetzolen. Au...De eerste lentedag, deze dag......          

Nikki
0 0

Daar en Hier

Dag beste correspondent, Zal ik u een naam geven? Of toch in het anonieme blijven? Ach de tijd, de komende weken zullen het leren. Dit is mijn eerste brief, er zullen er nog 7 volgen denk ik. De regen slaat tegen de glasdeuren en laten een spoor van druppels achter. Veelal kleine druppels aan beide uiteinden van de deur en in het midden meer langgerekte sporen van water. Het is koud, nee niet in huis, maar buiten. Dat heb ik vandaag ondervonden toen ik naar Amsterdam reisde naar het werk. De lucht is grijs met verschillende nuances. Sinds ik terugben sinds begin Maart, zie ik meer, anders ook. Ik probeer de oceaan die ik ‘daar’ vanuit mijn slaapkamer zie (als ik rechtop sta) en hoor bij de juiste windsterkte (wat is Beaufort een mooie naam om dit te meten) en waaiend vanuit de juiste richting, die impact van de Oceaan 'bij mij te houden’ . Dat kan natuurlijk niet, een Oceaan laat zich niet voegen, temmen, internaliseren, meenemen of wat dan ook. Maar ik kijk wel dagelijks naar een paar favoriete foto’s van de Oceaan,  de liefde kan eenvoudig niet wegebben, vervagen. Ik zal u meer schrijven over de dualiteit van Hier en Daar! Als ik daar ben voel ik mij meer geaard en voller levend. Meer in het hier-en-nu, daar en dan natuurlijk, ha ha. De lucht wordt donkerder grijs nu, de buien die in de verte hangen komen dreigend deze kant op. Mijn uitzicht is vanaf de vierde en tevens bovenste etage. Rechts kijk ik op een grote flat, links is het zicht op het Spaarne, weliswaar met een kreeftenblik, ogen op steeltjes. Ik houd van rivieren, bochten en stromend water. Net als van de zee, de golven, het zand, ook al is de lucht grijs en zijn de golfjes klein. Dit Noordelijke vlakke land blijft altijd mijn land, mijn moeder-en vaderland.   Ook uw landschap, taal, muziek (Jacques Brel) zijn mij dierbaar. Ik fiets graag door het Vlaanderenland, drink zo nu en dan een Belgisch Kloosterbiertje. Het spreken van het Vlaamsch hoor ik graag. Als ik in Antwerpen of Gent ben, vraag ik zo nu en dan de weg om de Vlaamsche klanken te horen.  Ik ben niet taalkundig onderlegd, neen helemaal niet, maar mijn hele leven kan ik van zinnen, klanken en taal genieten. In de bus of trein let ik altijd op mooie dialogen, want daar ben ik niet goed in, maar veelal vergeet ik ze weer voor ik op kan schrijven. Gisteren ben of heb ik met de buurvrouw naar zee gelopen, eerst nog in de regen, maar al snel brak het licht door. -Dat is het, dat licht daar- En het licht hier is onontbeerlijk. De buurvrouw, ik noem haar Anne, heeft een harde stem en als we praten deins ik altijd enigszins van haar af. Ze heeft ook een gestolde lach. Zo’n lach waar eigenlijk van alles achter zit. Of niet. Alles is natuurlijk interpretatie. Ik denk op een donkere dag, dat ik ook wel eens hard lach om maar niet te voluit te gewaar te zijn van wat er is, of wat er niet is. Anne sprak opgewekt over haar recentelijke reis. Ze heeft het fotoboek al klaar. Ik vind het prettig met haar te wandelen, maar het gesprek is beperkt. Vroeger legde ze nog wel eens ‘werkdilemma’s’ aan mij voor, maar ze heeft een modus vivendie gevonden om de laatste twee jaar goed af te ronden door minder uur te werken en andere zaken.   Terug naar ‘Daar’ : Die mens, die land, die See, die lug, die berg, ieder jaar wordt mijn ‘liefde’ voor Zuidelijk Afrika dieper, veelzijdiger en verfijnder. Met plezier kijk ik naar de stapel outdoor tijdschriften die liggen te wachten tot ik er aan toe ben. Een Belgische vriend vroeg onlangs of ik wel eens overweeg om me er te vestigen. Nee, dat niet, niet alleen omdat ik aan NL gebonden door een broer die verpleegd wordt in een verpleegtehuis, en die ik wekelijks bezoek. Maar ook omdat ik het voorjaar en zomer in NL zo heerlijk vind. Dit is mijn plek om te blijven, ZA is een plek om jaarlijks te bezoeken en weer te verlaten. Altijd met melancholie, dat wel. Nu regent het niet meer, ik hoor nog wel de wind door de deuren. Als er toch eens geen regen was, zoals in Kaapstad, waar regendansen zijn verdwenen en mismanagement de pers opport en paniek zaait. Regen is de natuurlijke bondgenoot van de mens. Zonder regen geen bomen, geen gewassen, geen groei en bloei. Ik ken ook de tropische buien, met kanjers van druppels, kop en schotels in de modder. Cats and dogs. Dat mensen dan hun rieten huizen in vluchten of onder een bananenblad hun weg vervolgen. Wij gingen juist op blote voeten in de modder de weg op om te dansen en onze jurk en broek kletsnat te laten worden. Dat was lang lang geleden in Suriname. Het wordt langzaan donker in de kamer. Ik sta op om wat kaarsen aan te steken en wil het voor vandaag hierbij laten.  Morgen wil ik verder gaan en een ‘bouwvakker’ in het verhaal weven.  Ik hoop dat dat kan in deze opzet. Fijne avond, groet, Nikki

Nikki
0 0