Kent u goedmaakseks? Natuurlijk kent u dat. Zelfs mijn spellingscontrole kent het. Maar daarover gaat dit schrijven niet. Het gaat over goedmaaketen. Nu denkt u natuurlijk te weten wat goedmaaketen is – a propos, wist u dat het proefondervindelijk, onomstotelijk vaststaand bewezen is, (wat een buitengewoon opwindend woord is dát, onomstotelijk) dat artikels waarin binnen de eerste drie regels het woord seks wordt gebruikt, 80 % vaker worden aangeklikt? Alstublieft, u, die behoort tot die 80 %, hou vol! Lees door. Het wordt zelfs nog interessanter. Want uiteindelijk heeft álles natuurlijk met seks te maken. U en ik en ook – goedmaaketen.
Ik hou van lekker tafelen. Bijna net zoveel als van seks. (Ziet u wel, alle wegen leiden naar Rome.) Waarschijnlijk denkt u nu dat goedmaaketen geserveerd wordt door één van beide liefdespartners om een ruzie uit te klaren. Net als – u weet wel… Ja, ja, Rome, en alle wegen… Maar nee, het is niet dat.
Af en toe ga ik me te buiten aan overdadig schransen: vette kazen, bruschetta’s – met liters olijfolie van eerste persing, zo heerlijk dat hij van tussen mijn vingers druipt –, handgemaakte patatas bravas, dikke côte à l’ossen, koekjes van eigen deeg en profiteroles met ijs en chocoladesaus die aan de ribben blijft plakken. Laten we vooral de wijn niet vergeten.
Het begint op dag één en het stopt op dag vijf… Want op de zevende dag ga ik op de weegschaal. Altijd ’s avonds.
Na dit soort volle uitschuiver probeer ik alsnog heldhaftig op dag zes en zeven om geween en tandengeknars af te wenden. Oh, heilige Josiane, bid voor mij. Goedmaaketen. Twee dagen lang. Streng, streng, sssjjjtrenggg goedmaaketen. Men neme Des Ochtends een groot glas lauw water. Daarna een lepel havermout met een fruithap; appeltje, bessen, peer.
’s Middags water-zooi van groenten, op een bedje van water-kers, als toetje water-meloen. Wáter-combinaties, u heeft ’m. En ’s avonds asperges, met asperges en asperges en peterselie en één overdadig, weelderig ei. Zonder boter. Litertje water. Voor het slapengaan een rijstwafel met een beetje zout en lookpoeder. En alweer een glas water, nat-tuur-lekker.
Op de dag des heren – vóór het opstaan – goedmaakseks, jazeker, zegt u het maar, ‘daar heb je háár weer’. Al in de vroege ochtend gaan we van jetje. Of van katoen. Hoedanook. Mijn kerel vindt het geweldig. (Het ís ook geweldig. In één en dezelfde week: slagroomsoezen én een ongebreidelde neukbeurt.) Als het lukt, doen we het ’s middags nog eens over. Niet de soezen. Van ascetisch leven (twee dagen dan toch), word ik high, ik ga zweven door ontbering. ‘Ni te veul ete, da’s goe vurr de prestoatie,’ zei os voader altèd. Thuiswerk, noemen wij het. Een nieuwe invulling van goedmaakseks. Tussendoor drinken we nog een waterke. En een mok minuutsoep. Zonder croûtjes! Ook een taske koffie, met de magerste melk en een zoetje.
Om half acht gaat het gebeuren. Ik trek mijn kleinste string aan, een bh zonder vullingen en een flutblouseke met spaghettibretellen . Mijn trouwring en mijn oorbellen doe ik uit. Die jeansbroek ook, ik ga voor de legging… Platte veterschoenen. Slippers in mijn sacoche.
Oh,Josiane. I lof joe forever, azda nog goe komt!
Op naar de weegschaal.