het is een domme illusie te denken
dat net liefde overwint in het land der wanhoop
waar vluchten geen eigen keuze maar dwang is
en de tijd veel te echt en en veel te hier heeft bestaan
ik heb ze gevoeld die ontembare passie
die alles omarmt en alles ongemerkt opvreet
in de suffe waan dat het nooit voorbij zou gaan
en pioenen ook bij nacht eeuwig zouden zingen
ik zweefde door de maan naar roze valleien
waar ik mijn dorst kon laven aan jouw wilde haren
en ik honger onbevangen was vergeten
blind voor krassen in het dagelijkse tafelblad
nu zit ik hier leeg als een uitgeblust leger
geen spat van mijn gevleugeldheid meer te bekennen
dof wachtend op de uiteindelijke aanhef
om dan genadeloos naar huis te moeten keren