’t Schijnt dat ik gelukkig
ben.
Of toch
volgens de warmte
die de zon mij toelacht.
‘En ook’, zei de wind,
‘door toch geluid te maken
wanneer je bang bent dat iemand je hoort.’
‘Gelukkig’ komt
onder een ster-en-hemel
bij het stil zitten in gras
in een andere wereld.
’t Schijnt dat ik
ben. (Gelukkig.)
Ik weet nog niet wat.