Hoe je hoed op je rug
en je handen in de schaar
Of de geur van natte aarde
met wortels op de zeef.
Toen onze tijd uitvergroot
en de dagen onbenullig leken,
dinsdag al net wat meer
dan de dag voordien.
Hoe zuur de zurkel smaakte
voor die tijd van het jaar.
En het alle dagen warm was,
heet, zo was het toen.
Hoe de scheuten
gesnoeid, geknipt, gebonden
om te blijven,
maar dat heeft niet mogen zijn.
Ik weet nog hoeveel bessen op de struik
en hoe zoet het veld dan ruikt.