Het kind wilt een ijsje
De papa wilt naar huis
Verminnen wilt de wereld zien
Nietzsche wilt de dichter
de dichter van zijn leven zijn
Ik …
Ik wil, ik wil, ik wil ...
De wereld zei Schopenhauer
is de spiegel van dit willen
Ik, ik, ik
willen of niet
ik is een kuddedier.