In de hospitaalgang - Marieke - opdracht 1

20 jan 2018 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

We wisten al lang dat het niet goed met haar ging. Maar ze was erin geslaagd om ons op afstand te houden, zodat we niet konden zien hoe erg ze eraan toe was. Tot ze zelf besloot om zich te laten opnemen. “Aan de baxter liggen om wat bij te sterken” noemde ze het. 

Die maandag hadden haar beide kinderen haar naar het ziekenhuis gebracht. Dinsdag gebruikte ik mijn middagpauze om mijn schoonmoeder een bezoekje te brengen. Ik trof haar bed leeg aan, de lakens opengeslagen. Haar rozige wollen trui hing eenzaam op de bezoekersstoel en wist me zo te vertellen dat ik in de juiste kamer stond. De joodse buurvrouw was er wel, met naast zich de dochter die haar hand vasthield. Ik heb het nooit voor ziekenhuizen gehad: de steriele geur, lange gangen, mensen worden nummers op hun deur en aan hun pols. Daarbij de ontmoeting met het lege bed. Het deed mijn maag samenkrimpen. Een vreemd gevoel dat er iets gebeurd was.

 

De verpleegsters keken verstoord op van hun lunch, wisten niet waar ze was. Gaan roken? Vanuit de kale galmende gang kwam ze schuifelend met voorzichtige pasjes, gehuld in een bruine kamerjas. Zo kende ik haar niet, zo broos en twijfelend. Ze was altijd al mager geweest maar niet zo fragiel. Ze zuchtte opgelucht zodra ze me zag, een brede glimlach verscheen op haar bezorgde gezicht. Maar die verdween al even snel als hij verschenen was. Toen ik haar kuste en omhelsde, werd ik bedwelmd door de geur van haar sigaartjes die als een aura rondom haar het hospitaalparfum van desinfecterende middelen deed vergeten.

 

Nog voor we in haar kamer aankwamen vertelde ze wat de dokter haar net had gezegd. Het was fataal. Kanker die was uitgezaaid en niet meer te behandelen. Van de longen, naar de lever, naar de hersenen. Die bult op haar hoofd was er een deel van. Maar er was zo veel meer over heel haar lijf. Ze had de ziekte alle kans gegeven om helemaal te woekeren door jarenlang niet naar de dokter te gaan. Of toch geen serieuze arts. Wel charlatans die haar het ene na het andere walhalla beloofden, die haar meenamen in hun fictieve wereldje en haar daar nog eens dik voor deden betalen. En ze liet zich graag in zo’n zweverig universum opnemen. Als een vlucht voor de echte wereld. De wereld van de mensen had ze al langer verguisd. Enkel dieren en kinderen boden haar nog troost.

 

Na een hele voormiddag van onderzoeken hadden de artsen haar het nieuws onomwonden gebracht. Er was niet gewacht tot er naasten bij waren om haar te ondersteunen. Ik was de eerste aan wie ze het vertelde. Ik hoorde het. Maar kon het nog niet direct begrijpen. Of wilde het nog niet laten doordringen. “Hoe moet ik dit nu aan mijn kinderen vertellen?”, dat was haar grootste zorg. We spraken open en eerlijk over de dood. Evenzeer was er betekenisvol zwijgen tussen ons. Ze sprak over haar leven waar nu een einde aan zou komen. Dat niet meer lang zou duren. We staarden samen naar bomen voor haar raam. Ze sprak over spijt, terugblikken en vooruitkijken.

 

Toen ik even later in het park aan de voet van het ziekenhuis stond, toen pas kwam het besef. En het gevoel. Ik had beloofd haar kinderen naar haar toe te sturen, maar kon hen nog niet zeggen waarom. Mijn tranen stroomden maar ik mocht ze nog niet aan mijn man tonen. Met gebogen hoofd, mijn blik gericht op de leegstaande fonteinbedding belde ik mijn moeder met het trieste nieuws. Mijn haren dienden om mijn tranen voor vreemde blikken te verbergen. Joelende stemmetjes van de peuters in de speeltuin achter me. Het leven gaat verder. Ik zwaaide naar het ziekenhuisraam waar ik haar bed vermoedde. In de waan dat ik die dag gewoon door zou doen, fietste ik terug naar mijn werk. Het waren mijn collega’s die me voor mezelf moesten beschermen. Ze belden mijn afspraken van die middag voor me af.

 

Opdracht 1 Premisse & fragment – 1p

  1. Schaduwkind van P.F. Thomése
    1. In een kantoortje p 73
      1. Thema: Slecht nieuws boodschap, het besef dat het lot onomkeerbaar is.
      2. Premisse: eerst hoor je, dan begrijp je, dan besef je en dan pas voel je.
      3. Premisse: terwijl voor ons de wereld instort, gaat het leven gewoon zijn gang

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

20 jan 2018 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket