Indian Summer aan het Zeetje
Eenentwintig september. Bij m’n dagelijkse wandeling in de duinen verraden de scherpe wind en de dwarrelende bladeren dat de mooie nazomer van 2014 definitief voorbij is. Ondanks alle wetenschappelijke verklaringen in verband met de opwarming van de aarde vind ik dat de herfst stipt op afspraak is dit jaar.
In de bewolkte lucht trekt een V-vormige groep ganzen voorbij… aankomende wintergasten of vertrekkende broedvogels? Ik vermoed dat het vogels zijn uit het hogere Noorden die de naderende winter ontvluchten en verder zuidwaarts gaan trekken. Waarschijnlijk houden ze hier nog even halt, want het voedselaanbod aan het zeetje is overvloedig & divers.
Drie weken geleden onthaalden de mooie Warande duinen hier in Middelkerke me nog met een zomerweelde die me overweldigde. Toen ik in augustus half grappend mijn FB-maatjes troostte en hen een héél bijzondere Indian Summer voorspelde, wist ik zélf niet hoe accuraat mijn voorvoelen zou zijn. Na een vrij sombere, natte augustmaand herleefde de natuur met een overvloedige nazomerse zonneschijn en piekte de dieren en plantenwereld in een ongeziene boost van groei en bloei.
September is een prachtige maand om naar de kust te komen. De grote hitte en het massatoerisme zijn verdwenen en het weer kan verrassend aangenaam zijn. De natuur glijdt van een uitbundige zomer geruisloos over in een aankomende herfst en geeft hierbij een kleuren en geurenpallet vrij dat je in geen enkel andere periode terugvindt.
De duinen hier in het natuurgebied zijn bijzonder geëvolueerd. In de beginjaren van onze vakanties in Middelkerke waren zij kaal en onherbergzaam, en hoewel ik niet altijd zo’n regelrechte fan ben van beheerwerken, heb ik het landschap langzaam zien transformeren van een braakliggend woest land tot mooie begroeide duinen met een schat aan fauna en flora. De werken hier lijken me voortreffelijk georganiseerd. Waarschijnlijk wordt er niet al te vaak gemaaid want de rijkheid en diversiteit treffen me, en hoewel ik het vaste voornemen heb om deze weken écht vakantie te houden en dus enkel te ‘beleven’, kan ik het toch niet laten enkele opvallende soorten te gaan opzoeken in mijn ’ Gids voor Planten en Dieren van de kust’ die hier (in het studio-appartement) zijn vast plaatsje heeft.
Verschillende bloemen en planten langs de bermen van het duinpad komen niet in mijn kleine Zee-gids voor, maar dat verbaast me ook niet helemaal. De bermen worden ontzettend verrijkt met de mest van de vele hondjes in de vakantiemaanden en zijn aldus niet zo typerend voor een slikken-, schorre- of duingebied. Achter de kastanje-hekken omheining zal ik meer streekgebonden flora kunnen aanschouwen, want daar is er geen verstoring, maar héél veel zaken kan ik niet thuisbrengen en spijtig genoeg zijn de gidstochten hier in de Warande duinen voor het grote publiek enkel in de zomermaanden juli en augustus. De orchideeëntijd is ook voornamelijk voorbij maar ik zie hier en daar toch wel enkele relicten. De duinen hier staan bekend voor hun mooie orchideeën.
Vrolijk fladderende koolwitjes verraden nog een laatste vlindergeneratie voor de komende winterperiode en ook twee dartelende zandoogjes doen zoiets vermoeden. Op een bord van Natuurpunt lees ik dat de heidevlinder en het bruine blauwtje hier ook foerageren! Ooit zag ik hier een bolklimop vol atalanta-vlinders, maar dat was enkele jaren geleden en een tikkeltje later op het seizoen. Ik vermoed dat deze trekvlinders zich hier nog lekker te goed doen en dan, met hun buikje goed vol aan hun trektocht naar het Zuiden beginnen. Wonderlijk hé, dat deze tere schepsels een tocht van honderden kilometers ondernemen op hun tere vleugeltjes en ik hier met blaren op mijn hielen rondslof van wat rond te wandelen in de omgeving.
De struiken met de bessen zijn de grootste blikvangers en de duindoorn, een bekende verschijning in dit landschap, is echt voedselrijk en een waardevolle bron van vitamine C. Ook de donkere sappige bessen van de rijsbes ( familie van de heideplantjes) lijken me smakelijk aan te kijken, evenals de mooie rode bessen van de eénstijlige meidoorn en de bolronde rozebottels van de rimpelroos. Later lees ik op een bord dat deze duinen kalkrijk zijn, wat een niet te onderschatten oorzaak kan zijn voor de verscheidenheid aan planten in dit natuurlijk juweeltje. Het kleurenpallet is in elk geval meer dan prachtig en de witgroene bladeren van de talrijke witte abelen maken het plaatje compleet.
Qua fauna kan ik buiten de talrijke eksters en een occasionele kraai niet zo veel ontwaren, maar dat heeft waarschijnlijk héél wat te maken met mijn eigen luie vakantieritme. Meestal neigt het al naar de late voormiddag als m’n hondje en ikzelf onze eerste wandeling maken en ‘s avonds is het nog lang niet aan het schemeren als we ons snuffelrondje in de duinen afronden. Voor de waarschijnlijk aanwezige tapuit zijn we veel te laat en voor de mooi zingende nachtegaal veel te vroeg! De fazanten die ik op andere vakanties wél meer opmerk laten zich deze periode ook niet al te vaak zien en zelfs de konijnen houden hun siësta op de momenten dat wij aanwezig zijn.
Bij zonsondergang vind je ons vaak op het strand, waar de onverschrokken krijsende meeuwen een beetje stug de weg vrij maken, op deze momenten is het strand immers van hen. De laatste wandeling is meestal rond middernacht, en dan laat ik me lokken door de golven en ren ik, door de duisternis beschermd, onder een prachtige sterrenhemel naar de witte kraag van de kabbelende golfjes met m’n onwennig stadshondje dat dit steeds leuker gaat vinden. De zee geeft altijd spektakel. Diep inademend geniet ik van de kleine lichtjes van de vissersboten aan de horizon en laat ik me meedrijven met het rustgevende lichtritme dat de vuurtoren in Nieuwpoort me aanbiedt. We hebben het hier naar onze zin… m’n maatje en ikzelf.
