Ledeberg, 30 april 2018
Dag Lus,
‘Duik in je fotoalbums’, was de opdracht. Hmm, ik moet bekennen dat dat wat moeilijk ligt. Dankzij een naarstige moeder heb ik wel albums vol kinderfoto’s maar zo veel herinneringen roepen die niet op. Ojee, ik ben vandaag exact 50 jaar en 7 dagen en het verval qua geheugen is duidelijk al ingezet…
Zelf ben ik niet echt aan fotoalbums toegekomen. Niet dat ik geen foto’s heb, maar ze zitten gewoon in een kartonnen doos. En ze zijn zelfs al door elkaar geraakt. Mexico, Ecuador, Thailand, Tanzania, Praag, Barcelona, Parijs, … de wereldkaart is een beetje door elkaar geschud. Bij nader inzien bezit ik dus vooral reisfoto’s. Ikzelf sta er weinig op, ik ben nooit zo’n foto-fan geweest. Op een selfie zal je mij dus nooit betrappen.
Je moet me geloven, Lus, ik heb echt geprobeerd om geen Mexico-foto te kiezen want dat land sluipt blijkbaar in elke brief. Maar kijk, die ene foto beantwoordt helemaal aan de briefopdracht.
Ik moest onmiddellijk lachen toen ik hem terugzag. Ik sta er op met Cindy. Katleen zal de foto genomen hebben want we waren met z’n drieën toen, in september 1992, op mijn allereerste reis naar Mexico.
We staan in de kamer van ons hotelletje in Tulum. Je ziet enkel onze gezichten en nog net dat we onze pyama aanhebben, ik herken het ‘geleende’ lichtblauwe pyamajasje van mijn vader. Het moet dus ochtend of avond geweest zijn, ik vermoed het laatste want we staan er weliswaar lachend op maar onze gezichten hangen vol pleisters en verbandgaas. Ja, ik herinner me nog héél goed wat er die dag gebeurd is. Het was onze eerste stommiteit van de reis en we hadden nog 3 weken te gaan…
Cindy en ik waren jonge twintigers, Katleen was nog maar 18, geen van ons had al met de rugzak gereisd of buiten Europa en we spraken geen Spaans. Maar vooral: we waren zonder enige voorbereiding vertrokken. Hoe was het zo ver kunnen komen?
Eigenlijk hoorden we in Paraguay te zijn voor een vrijwilligersproject. Sinds de start van het academiejaar hadden we ons daar elk vrij moment op voorbereid. In mei kwam plots aan het licht dat het initiatief uitging van Opus Dei en vooral bedoeld was om nieuwe leden te lokken. Verontwaardigd stapten we op. Wat nu? De blokperiode stond voor de deur en geen vakantie in het vooruitzicht! Mijn kotgenote Ilse zocht echter nog reisgezelschap voor Mexico, in alle haast boekten we een vlucht. Vlak voor ons vertrek kreeg Ilse een job aangeboden, ze haakte af en gaf me haar reisgids. Wijzelf hadden nog geen letter gelezen over Mexico.
Onder een stralende zon landden we in de Caraïben. Strand, zee, palmbomen! Moesten we echt wel gaan rondtrekken? Eerst een paar dagen languit van het paradijs genieten, besloten we. Wisten wij veel dat die Mexicaanse zon veel vuriger is dan de onze? Dat je een bleek Belgenvel in dat geval goed moet insmeren en neen, niet met kokosolie. Dat ijdelheid altijd wordt bestraft? Ronduit onbezonnen waren we. In plaats van het beoogde kokosnootbruin werden we kreeftenrood.
Niet alleen de zon, ook Mexico had me te pakken. Sindsdien ben ik nog vaak teruggekeerd en zal dat tot het einde van mijn dagen blijven doen. Zonnecrème factor 50 is altijd het eerste wat ik inpak.
Alweer zonnige groetjes,
Tine