Zacht geklop op de deur haalt me uit de thriller op mijn schoot. Me vaag bewust van gevaar schuifel ik om mijn hotelbed heen het smalle gangetje door.
Maanden heb ik hier naar uitgekeken. Ongestoord doen wat ik wil, wanneer ik het wil: lange douches nemen en een onrealistisch hoge stapel boeken verslinden. Ik stuurde hem mijn kamernummer, onverdoken in een rechttoe rechtaan bericht. Zijn reactie was mager. Ik besteedde er verder weinig aandacht aan. De bal lag nu in zijn kamp. In gedachten had ik al van verschillende scenario’s genoten.
Daar sta ik dan, de klink in mijn hand. Zijn verschijning in de deuropening, anders dan in mijn script, verrast me. Hij zegt iets. Ik ben al vergeten wat en laat hem binnen.
Zijn jas aan de kapstok. Zijn schoenen evenwijdig eronder. Ik kijk er verbaasd naar. Omdat zijn spullen nu in mijn kamer liggen alsof ze ook een beetje bij mij horen. Omdat het nog te vroeg is om te hopen dat hij na vannacht voor altijd bij mij zal horen. De ratio haalt me uit mijn verlangen en spoelt een ijskoude rilling langs mijn rug. Ik schud de waarschuwing van me af. Rechtvaardig mezelf met de boodschap dat het leven te kort is om altijd verstandig te zijn.
Hij scant de kamer en neemt het glas wijn waar ik al met onzichtbare inkt zijn naam op had geschreven. Hij weet wat rode wijn met me doet. Ik zie de verwachting in zijn grijns. Zelfgenoegzaam maar nog voorzichtig. Of beeld ik het me in?
Zijn lichaam ploft in de stoel bij het raam. Hij kijkt me uitdagend aan. Zijn blik zegt: hier ben ik, laat nu maar zien wat je plan is. Ik bedenk me dat ik niet beslist had welk scenario ik nu echt zou willen uitvoeren.
“Zal ik je een rondleiding geven?”, vraag ik retorisch. Hij lacht. De spanning die in de lucht hing, klaart een beetje op.
Het is een moderne hotelkamer. Zo eentje waar de badkamer overloopt in de slaapkamer, slechts gescheiden door een glazen wand, alsof de hele wereld één grote inloopdouche is. Plots realiseer ik me dat ik me dus niet terug kan trekken, voor wat extra poeder en moed.
Terwijl hij van zijn glas nipt en zich over mijn stapel boeken buigt, glip ik toch even de badkamer in. “Wat lees je?”, roept hij me na. “Iets over de Griekse mythologie”, antwoord ik over mijn schouder, terwijl ik haastig mijn make-up bijwerk.
“Interessant?” wil hij weten. Ik wil hem net vertellen over Zeus en zijn allesverwoestende bliksemschicht, als ik in spiegelbeeld zie hoe hij zich langzaam uitkleedt. Zijn blik onpeilbaar, alsof hij niet enkel door een glazen wand maar ook door mijn kleren heen zit te kijken.
Ik wankel, voel het effect van de rode wijn in mijn hoofd en tussen mijn benen. Stilzwijgend dwingt hij me zijn voorbeeld te volgen. Hij schuift dichterbij. De wand als een obstakel tussen ons in. Ik draai me van hem weg, open mijn bh met één hand. Met de andere gooi ik mijn lange haar over mijn schouder. Ik kijk opzij en zie in mijn ooghoek de bult in zijn boxershort gestaag groeien.
Met mijn armen verlegen over mijn borsten keer ik me naar hem toe. Mijn intussen hard geworden tepels druk ik zachtjes tegen de glazen wand aan. De koude van het glas doet me rillen. Of is het zijn hongerige blik?
Zijn laatste kledingstuk valt op de vloer. Mijn blik volgt zijn donkerrode lid dat tegen het raam tikt. Ongewild klinkt het deuntje van Roodborstje in mijn hoofd.
Mijn vingers strelen de andere zijde van het glas waarop zijn kloppende eikel voorvocht achterlaat. Alsof we versmolten zijn tot één, neemt zijn hand het van mij over en verplaatst ritmisch het vel van voor naar achter. Zijn andere hand als een high five opgeheven, om zichzelf staande te houden. Mijn lippen zo dicht bij de zijne. Mijn hete adem beslaat het glas als plotse mist tussen ons in. Om even snel weer te verdwijnen. De kus waar ik zo naar verlang, zo dichtbij, is nog steeds zo onbereikbaar. Slechts gescheiden door 3 centimeter pas gepoetst glas.
Mijn clitoris smeekt om de druk van zijn edelheid. Hij sluit zijn lippen om de afdruk van mijn tepel en ik kan het verlangen niet langer aan. Mijn vingers verdwijnen tussen mijn benen. Troosten mijn natte poesje. Mijn andere hand glijdt over zijn glazen lichaam. Trillend op mijn benen dringt een hoogtepunt zich op. Zijn heupen schokken en hij spuit. De ruit ontneemt me mijn beloning.
Als ik mijn ogen open, is hij verdwenen. Enkel de bliksemschicht die ik als een illusie in zijn sperma op de glazen wand herken, bewijst dat hij hier was. Mijn Zeus, de geilste der Griekse Goden.