Meeste campings, vooral buiten het seizoen, verlenen je de gunst om zelf je plaats te kiezen. Je kuiert de camping rond met het plattegrond van de camping in je handen terwijl je alle mogelijkheden afweegt.
Dicht bij het sanitaire blok? Kantine, bij de speeltuin voor de kinderen, het zwembad, riviertje, een meer of een rustig plaatsje met veel ruimte?
Je kiest voor een vlakke ondergrond, met een mooi uitzicht waar je ’s morgens wakker wordt door het gekwinkeleer van de vogeltjes. Er is een waterkraan aanwezig, zodat je niet steeds om water naar het sanitair blok moet lopen. Ben je in het bezit van je eigen chemisch toilet hoef je ’s nachts niet naar het sanitair blok te sprinten in de hoop dat je tijdig ter plaatse bent én er nog wc-papier aanwezig is.
Comfort!
Het gras kleurt frisgroen omdat de plaats weinig gebruikt word. Je eigen kleine paradijs voor de duur van het verblijf! Het weer is stralend, je geniet volop van de rust, de natuur, geen rumoerige kinderen… en toch krijg je het gevoel dat er gevaar dreigt. Een buikgevoel, het oerinstinct dat in elk van ons sluimert jaagt je cortisol (het vlucht- of vechthormoon)en je bloeddruk naar boven. Je vreest onverwacht bezoek te krijgen door beren, leeuwen of vampiers… met andere woorden je fantasie slaat op hol. Iets in je zegt dat dit plekje te volmaakt is maar het aangename zonnetje en het wit wijntje sussen je in slaap. Tijdens de nacht hoor je het geluid van de donder, de hemelsluizen gaan open, je hoort het trommelen van de regen op het dak van je caravan en betreurt het lot van je campinggenoten:
‘Ach de stakkers die in een tent liggen.’
In je caravan of mobilhome of zelfs campingcar zit je hoog genoeg van de grond om geen last te hebben van binnenstromend water. Een beetje regen ’s nachts is goed voor de natuur, door de koelte kan je beter slapen en de vooruitzichten zijn dusdanig dat je wakker wordt door een schitterend zonnetje. Geen wolkje aan de hemel.
Goed uitgeslapen wakker, stap je uit bed om te ontbijten in de binnentent of lekker in de openlucht.
Je stapt op het opstapje en weet plots waarom dit plekje zo rustig is als het lichtgewicht kampeergerief ronddobbert op een, als bij toverslag, nieuw gevormd meertje. Verdwaasd kijk je in het rond waar drie stroompjes nog water afvoeren van de hoger gelegen terrassen naar je para-plas-dijs.
Ga nooit in een dal staan!
Gebruik geen plastiek onder je grondzeil.
Als het water rond je kampeerplaats is verdwenen blijft de grond onder het plastiek zeil nog zeer vochtig en laat het zonnetje het voorheen groene gras lekker gisten. Als je hof van Eden begint te ruiken naar je gft-bak zit er maar één ding op: opkrassen.
Wordt vervolgd met: Luister altijd naar de autochtone bevolking.