"Kloppen en wachten aub," las Davy op de deur van het dokterskabinet.
Het was druk in de wachtzaal. Davy nam de mensen één voor één aandachtig in zich op. Hij koos de vlotte jongen in de hoek van de kamer, met zijn benen languit voor zich, druk bezig met zijn smartphone, de ruimte vullend met irritant gebliep. Davy stond rustig op en liep naar de hoek. Hij klopte één keer loeihard vol op de neus van de mooie jongen. Het rauwe geluid van krakend neusbeen vulde de ruimte.
Davy nam weer plaats. Het wachten kon nu beginnen.