Waart ge jong en onbezonnen
Zot en onbesuisd
Of waart gij ne macho
of zei uw lijf "dit is juist" ?
Vroeg iemand op nen dag
“René komt ge in ’t verzet?”
Zei ge dan direct “ja”
Of was’ t van woelen in uw bed ?
Toen ze u dan kwamen halen
In naam van ’t Derde Rijk
Hoe bleeft ge dan koelbloedig
En nam ge afscheid tegelijk ?
En als ge daar dan waart
Had ge dan constant schrik
Of hebt ge ook gelachen
Op een onbewaakt ogenblik ?
En toen ge daarna thuiskwam
En niemand u verstond
Gij ineens een and’re taal sprak
Hield ge daarom uwe mond ?
Of omdat ge ’t zwijgen gewoon waart
Of wist gij gewoon niet hoe
Of viel er niks meer te zeggen
Buiten : “een jeneverke is goe” ?
Er is hier geen refrein
Omdat het gewoon stil moet zijn
Hoogstens mogen buiten
De vogels nog wat fluiten…