‘Vijf minuten per persoon’ zegt Bart, ‘niet langer’. Vijf minuten, dat is de tijd die we elk krijgen om over de kwaaltjes te vertellen.
We beginnen alvast te wandelen. Het is die rare coronatijd waarin we elkaar alleen buiten mogen ontmoeten. Twee koppels vrienden die elkaar al decennialang kennen. De vijf minuten per persoon lopen uit en dat mag. Er wordt geluisterd, wat raad gegeven en gelukkig ook veel gelachen. Ik ben blij dat dit kan.
Want eerlijk? ‘Ouderdomskwaaltjes’, het is een taboe. Het woord alleen al. Nu er meer openlijk gepraat kan worden over menstruatie (check) en menopauze (been there, done that) is het de beurt aan de kwaaltjes. Dat ligt nog moeilijk. Ze worden verzwegen, geminimaliseerd of overdreven, al naargelang wie er luistert. Vreemd eigenlijk, want fysiek verval overkomt iedereen die het geluk heeft lang te leven. M/V/X, we worden er zonder onderscheid mee geconfronteerd, net als met de pandemie.
We maken een lange wandeling tussen de velden. Stiekem ben ik blij dat we in een vlak land wonen. Ondanks de krakende knieën kan ik nog kilometers stappen, als het maar niet bergop of bergaf is.
Het weer is mooi vandaag en het samenzijn doet deugd. Maanden geleden viel het leven stil en mocht er niets meer. Nu versnelt het weer en leven we op hoop. De vaccinaties komen op gang. Bart werkt in de zorg en kreeg zijn eerste prik al. We praten over gemeenschappelijke vrienden, de kinderen, onze jobs en niet meer over de kwaaltjes die ons afremmen. Niet over het vooruitzicht dat over een aantal jaren ons leven opnieuw zal vertragen en stilvallen. Dat onderwerp is de revue gepasseerd; goed dat we er even tijd voor namen.
Op het einde van de wandeling geven we elkaar, tegen de voorschriften in, lange dikke knuffels. Op de vriendschap.
Onder vrienden voelen we ons leeftijdloos.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.