Het eerste wat is zie als ik buitenstap is Maaike, mijn ravissante overbuurvrouw. Ik zie haar bijna dagelijks. Ze is telkens weer een lichtpuntje in deze donkere dagen. Ik kan uiteraard niet kiezen wanneer ik haar zie, zo goed kennen we elkaar niet. Ik kijk vooral uit naar die onverwachte momenten dat ons beider buitenkomen samenvalt.
We hebben nog nooit echt contact gehad, en toch voel ik een verwantschap, een diepere connectie tussen ons. Soms kijkt ze me lang en verleidelijk aan, andere dagen word ik straal genegeerd. Maar wat kan ik ervan genieten hoe ze elegant haar oprit afloopt, nonchalant rondkijkt en dan haar weg voortzet, haar halflange blonde haren frivool opwaaiend in de wind. Zowel haar onbevangenheid en haar speelse elegantie, met toch wel wat arrogantie, maken haar onweerstaanbaar.
Ik heb me al velen malen voorgesteld hoe het zou zijn om verder kennis te maken, om elkaar beter te leren kennen. Om samen lange leuke wandelingen te maken terwijl de anderen me wat jaloers aankijken, met zo’n blonde schoonheid aan mijn zijde. Om dan - uiteraard in andere tijden dan deze - de wandeling te eindigen op een terras in de luwte, waar we beiden van een verkoelend drankje genieten. Terwijl ik zachtjes haar rug streel.
Maar het zal bij dromen blijven, er is nu eenmaal geen plaats in mijn leven voor een Maaike … Met wiegende heupen loopt ze naar de middenberm en doet rustig haar kakje, dat keurig wordt opgekuist door haar baasje Wim. Wat heb ik toch leuke buren …