De oude bruine kroeg
Waar het lepeltje recht in je koffie blijft staan
Je mond bitter toeplakt en smakt bij de volgende slok
Daar bij de wankele boot trok hij de gammele deur open
Gierende scharnieren zwengelden een koeienbel aan
Anciens keken op van hun kaartspel
Van tussen de sigarenrook priemden de ogen
De toerist, hier ook al.
Er staat nochtans “bienvenue les amis” op het vergeelde tapijt
Nooit te veel vrienden, toch?
Hij stapt stevig op de krakende planken
Vraagt een rietje voor z’n limo
Alweer een indringende blik
Een knik richting tapijt
Vergeten? Hij veegt er zijn voeten aan.
Een plakboel
Hij rukt zich los
Vraagt de rekening in zijn beste Frans
Vreemde snuiter, denkt de ober
Wat moet ik beslissen over mijn deurmat!?
Hij struikelt erover
zijn klutters kletteren even luid als de koeienbel
Het was une paille, geen paillasson
l’addition, geen décision.
Hij beslist
Er zijn voeten niet aan te vegen
Brabbelt
Excursion-moi!