De nacht daalt neer over de stad,
temt het rumoer van de dag.
Straatlichten ontwaken,
hullen de stad in hun oranje gloed.
De regen klettert neer op grijze straat,
die als een spiegel gebouwen reflecteert.
De fietser zoeft voorbij,
zijn hoofd gebogen tegen de nattigheid.
Heel even licht hij op,
flikkerend in het licht van de broodjeszaak,
die knipperend het duister doorbreekt.