Als sirenes
door de straten scheuren,
verhalen strooien
over ziekte en dood,
klamp ik me vast aan
elk troostend straaltje hoop,
dat als een zonnestraal
door het wolkendek breekt.
Dan omhels ik de lentebries
die zacht mijn haren strijkt,
of de vlinders in hun vlucht
over de rimpelende rivier,
of de rijzende maan
die groot en wijs en vol
mijn pad verlicht.