Luister naar de nacht

Sofie B
25 jan 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

‘Luister naar de nacht’, zei je toen ik vroeg waar die ruïne was, ‘en volg je intuïtie’. Je plotse verdwijning uit de yurt bezorgt me een rusteloos gevoel. Dat soort onrust waarvan ik niet weet of het onbehagen is of euforie om het onbekende. Ik ga naar buiten maar je bent nergens meer te bespeuren. De maan kruipt traag over het veld. Ik hoor krekels en geritsel van kleine dieren in hoog gras. Zie een spoor van vertrappelde grassprieten die mij alvast een richting geven. Mijn voeten volgen de stippellijn die onbestemd lijkt. Wat er zal gebeuren is nog een raadsel, ik weet alleen dat ik jou zal treffen in de ruïne. Er is geen plan, louter een impuls.

Hoe verder ik wandel, hoe vager de geur van kruiden en gedroogde bloemen. Ondertussen ligt de yurt al ver weg achter mij en verdween de tijd in het holst van de nacht. Geen idee hoe lang ik al onderweg ben en het veld lijkt eindeloos. Er komt een moment dat elk spoor dood loopt en ik enkel nog natte aarde ruik en hoog gras zie. Geen vertrappelde sprieten meer, geen geuren vanuit de yurt. Schaduwen van wolken doen mij dingen zien die er niet zijn. Weer een beweging ergens in de duisternis. Een rilling rolt over mijn ruggengraat. Stiekem vloek ik om mijn eigen angst, gevoed door nachtblindheid. Ik denk aan jou en aan de rust die in je woorden lag. Alsof alles zichzelf wel zou uitwijzen.

Iets rinkelt zacht in de verte achter een heuvel en leidt mijn aandacht af. Een soort bellengerinkel van koeien of schapen. Ik ga mijn gehoor achterna en hol naar de heuvel. Buiten adem bereik ik de top en zie eindelijk datgene waarnaar de nacht mij leidde, verleidde. De ruïne, gesluierd in maanlicht. Mijn hart klopt overal. Daar ben jij dus ergens. De buitengevels van het pand zijn overwoekerd met planten. De ruïne heeft geen dak maar de muren zijn te hoog om erover te klauteren dus ik zoek een gat tussen het gebladerte waardoor ik naar binnen kan geraken. Vastberaden wurm ik mij langs bladgroene handen van struikgewas, voel scherpe vingers van takken in mijn schouders en kruip buigzaam verder tot een gat mijn pad kruist.

Ik kom terecht in een gang zonder plafond met afgebrokkelde stenen. Zes meter verder, vlak voor de gang zich een hoek baant, staart een kaars op de grond mij aan als een gevallen ster. Ik volg de ster en ga de hoek om, waar opnieuw wat verderop een kaars wacht. Mijn adem hinkelt op het ritme van de kaarsvlam, vurig en onregelmatig. Naast mijn ademhaling hoor ik nog iets. Weer dat zachte bellengerinkel. Ik weet niet wat dat te betekenen heeft en huiver. Wie weet ben ik helemaal verkeerd en is dat kaarslicht niet voor mij bestemd. De nieuwsgierigheid wint het echter van de twijfel, aarzelend maar zeker wandel ik het gerinkel tegemoet. Na de volgende gang kom ik terecht in een open ruimte en valt de angst als een natte handdoek van mijn lichaam. In het midden van de ruimte staat een bed onder de open hemel. Een bed op wieltjes. Daarrond staan schapen te grazen. Ik grinnik.

Het bed is bedekt met zacht groen mos en een geïmproviseerd kussen van schapenwol, lonkend naar mijn lichaam. Ideaal om al liggend de hemel te aanschouwen. Ik vlij me schuchter neer terwijl de schapen mij schaamteloos aanstaren en kijk naar boven. Alles rondom me vervaagt, het geluid van de dieren die kauwen op het gras, het flakkerende licht van de kaarsvlam, het knisperen van krekels, de fonkelende sterren, mijn ogen vallen langzaam dicht. Sssssss… Ssssssss… Ssssssss… Een tong sist tussen tanden, haast geruisloos. Dat kan geen schaap zijn. Ik voel iets kietelen langs mijn kaakbeen en schiet wakker. En daar sta je. Te glimlachen met een grasspriet tussen je vingers. De schapen zijn weg, elders gaan grazen.

Minutenlang sta je roerloos naast mij en lig ik daar stil op de matras van mos. Kijkend naar elkaar. Ik zie die grasspriet tussen je vingers glijden en hoor je ademhaling. Misschien geen minuten maar slechts seconden. Seconden die wel spannend traag duren. We zwijgen en luisteren. Wachten af wat de ander zal doen, en waar en hoe. Wanneer.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Sofie B
25 jan 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket