Ze kuiert uiterlijk ontspannen
terwijl haar blik steeds
rust op het getrappel van
zijn voeten, balancerend
op het randje van de straat.
In haar blikveld gevangen
beweegt hij zich vogelvrij
doorheen het pril bestaan,
met een glimlach haalt zij
de lus weer aan.
Hij knoopt zijn pretogen
aan de hare en brabbelt.
Wat hij van het leven vindt,
weet hij nog niet
beter te verwoorden.