zijn wij niet allen nietig
onbeduidend in ons wezen
kortstondig in het leven
doen en laten één lang moment
daarom tast ik gretig in het duister
omdat de nacht mij zo aangrijpt
bemin ik ’t verborgen zwerven
’t dwalend in het donker kozen
want telkens ik de sterren proef
savoureer ik bovenaardse grootsheid
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.