Beste Kristien,
Voorbije nacht werkte ik aan mijn vierde opdracht.
Ik droomde mij de heldere hemel in op zoek naar luchtigheid.
Maar het firmament werd enkel bevlogen door een airbus A330 die een huppeldepup-dansje uitvoerde ten einde het mij onbekende woord “snoezepoezeloeterke” in het blauwe zwerk te wolken met witte condenssporen.
Dat reikte ver boven mijn ambitie en nederig neeg ik mijn hoofd naar het witte blad.
En kijk, daar verschenen zeven koalaberen in een bolderkar die in een dolle vaart de 57 trappen van het Buffalo Springkasteel naar beneden roetsjten. Maf!
Maf is goed, dacht ik, en opgelucht begon ik dit absurde tafereel neer te schrijven. Maar zo gauw de letters uit mijn pen vloeiden stegen ze op als omgekeerde inktdruppels. Ze sidderden wat heen en weer om zich vervolgens vast te hechten aan de bladeren van de Incognitoboom, centraal in mijn tuin. Zijn weelderig gebladerte vulde zich met woorden en ik keek sprakeloos toe.
Zo zal er van dat huiswerk niet veel in huis komen, dacht ik mismoedig.
Ik zag door het bonker dos de bomen niet meer.
Zinloos en buiten zinnen ging ik weer naar binnen.
Ach, was ik maar zo vrolijk en fantasierijk als jij, Kristien…
Hartelijke groet en succes met jouw Wouter Deprez-opdracht!
Geert