Lobbes wil niet naar huis. De gedachte doet hem gruwelen. De hond weet dat thuis zijn aartsvijand op hem wacht. Hij weet dat wanneer hij binnenkomt, Slisse boven op hem gaat springen. Hij weet alleen niet wanneer. Slisse is van Mevrouw Freddy. Het heeft nooit geklikt met Slisse. Al van toen Lobbes baby was, werd hij getreiterd door dat dikke oranje mormel. Slisse ging en gaat altijd lopen met het speeltje waar Lobbes mee aan het spelen is. Dat waar Lobbes een bloedhekel aan heeft, is dat heimelijke gespring bovenop hem.
‘Deze keer niet;’ denkt Lobbes.
Freddy opent de voordeur. ‘Daar gaan we weer.’ denkt Lobbes. De hond scant de kamer vanuit zijn ooghoeken. Hij heeft hem gezien. Lobbes bedenkt zijn masterplan en sluipt naar de openstaande badkamerdeur. Slisse houdt hem nauwlettend in de gaten. ‘Kom dan, stomme kat.’ Slisse staat recht, sluipt naar de badkamer, zet zich klaar om te springen. ‘Doe maar Slissie.’ denkt Lobbes. De kat springt,. Splash. Recht de wc in.