Wij hebben net gegeten, jij en ik. Nu zitten we op de bank. Nu ja, zitten… Jij ligt en ik hang.
Vaak val ik in slaap op de bank, met mijn voeten op de salontafel en een warm dekentje om mij heen gewikkeld. Ik laat het leven dan maar even voor wat het is. Dat is overigens een kunst die jij meesterlijk beheerst.
Tevreden kijk je me aan. Met ons buikje vol is het makkelijker ons neer te leggen bij het leed en de frustraties van ons leven. Je knipoogt naar me, of zijn het je ogen die dichtvallen? Wanneer ik mijn hand naar je uitstrek, gaan ze vanzelf weer open en wordt mijn vinger gelikt, en bij uitbreiding mijn hele hand.
Ik richt me op en vraag me af hoe ik de rest van de avond nog zinvol kan doorbrengen. Jij hebt je intussen luid ronkend in een balletje gerold, jouw planning is al gemaakt.