de brieven die we schreven waren lang Nel
net als de nachten die we samen sierden
zeventien en nog niets van het leven gezien
buiten de kroegen onder onze eigen kerktoren
vakantie is nooit meer zo maar op kamp gaan Nel
onder zompige zeilen maar steeds weer met plezier
gozers gluren of flauwe lauwe pinten drinken
vakantie gebeurt niet meer op die manier
verliefd zijn is niet meer hoe het was Nel
de afgrond in, niet denkend aan wat zou komen
pijn was toen was van kinderlijk korte duur
na elk verdriet weer nieuwe dromen
het leven is geen dansles meer Nel
geen fietstocht in eindeloos vlakke velden
neen, de wereld leek vroeger een veilige plaats
los van wat onze moeders ons vertelden