koffie sluipt op lange tenen door het huis
iedereen verzet zijn twee benen, als de klok tikt
slingeren gedachten over suiker naar wolken
alleen grootmoeder zit van weten in de zetel
te laat of te vroeg, ze weten waarom
achter de rug wordt gefluisterd
onder ogen wordt geoefend
en de hond weet geen blijf
niet met zijn blaf, niet met zijn staart
rubber laarzen op de inrit kondigen aan
de boom die hier wordt opgezet
zoekt elastisch alternatieven
het potlood werd driest neergedrukt
het kruiswoord klopt niet meer
vader zoekt een vlakgom
moeder duikt in woorden
woorden die niet bestaan
en de vragen wisselen
zwarte velden, witte velden
kinderen onder de koffietafel