In de kou gezette liefde
kietelt mij.
Raad mijn naam
en je bent vrij,
giechelt zij.
Heimwoede kerft de letters in mijn maag.
Ik ben nog niet zo ver,
geef ik tandenknarsend toe.
Het geeft niet! vlindert zij
We kunnen samen spelen
tot jouw hart zo open is
dat ik in jou verdwijn.