Ik weet als geen ander dat ik niet zie wat ik zie.
Ik zie wat ik wil zien en dat maakt me droef.
Droef omdat de ladder rijkt naar een onzichtbare poeef.
Netten als garen, stenen als paren.
Netten en garen, stenen in paren.
Ik vertrouw dat ik zie wat ik zie.
Ik blijf hier. Voor ‘t plezier.