Wat denken zij daar,
Mij rijdend voorbijziend
Jij blij als altijd bijna
Ik lang als een gezicht
Vol brom en zorgen
Van het op zijn en
Gister teveel gebleven.
Boodschappen, examens
Of hoe vliegen ondersteboven
Landen kunnen achteraf
Gedacht waarschijnlijk.
Wat slapen, wat minder
Slaap laten later valt
Het aantrekken net als
Dat van hen stil.