Ze klinken
zonder geluid
hardop na,
niet alleen in onze oren
ons hart en onze ziel.
Al die dingen,
die wij niet zeggen.
dagelijks duizend zinnen,
verslikkt,
verstopt,
niet gesproken,
plakken gebleven
in beleefdheid,
angst en verlegenheid.
Blijven ze kleven,
verpesten ons hele leven.
Om niet te kwetsen
of zelfs gekwetst te worden,
houden wij ze in,
onze woorden.
Tot dat niemand meer weet,
dan hoe iemand heet,
wie wie is
of wat werkelijk de bedoeling is.
Zwijend praten wij aan elkaar voorbij
en zijn verrast,
als de ander ons niet begrijpt
of zich voor ons onbegrijpelijk gedraagt.
Sprakeloos verdwijnen onze kansen,
vaak ons geluk meenemend op een rit
naar een pijnlijk
niets.