In koorts' gevangenschap verschijnen cipiers als celgenoten en de druppels die in je ogen zweten spreken van wat ijlen vermag. een in fracties verpakte waarschuwing pakt gipsen beelden uit, de zaag wacht in je hand, maar eerst, Tsjeu luister je, eerst moet je een paar dingen doen.
eerst, Tsjeu moet je stoppen, even niet vechten, je hand uitsteken en je laten meenemen. Marley wacht op wat haar toekomt. Koffie.
dan Tsjeu moet je stilstaan, op je tanden bijten, je vuist ballen en laten ontspannen.
Marley kan zijn wat ze is. Water.
en tenslotte Tsjeu moet je veranderen. in graag, inderdaad, ook goed, misschien. dan komt het goed.
het komt goed, daar is ze rinkelend zeker van, dame van de fiets.