onderlicht 3. water 2.

IT
11 mrt. 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

"....wat ik van je wil horen".

"laten we't over de nacht in kwestie hebben, dan"

Je weet hier geen wolven huilen, ondanks maan's gehang, ondanks maan's gelicht, op struiken gericht, als ze te verwachten zijn, met hun luizige pelsen, van kwijl druipende tanden, dan daar, in en tussen 't verlichte, groene gebladerte. je geest zoekt op handen's tast vertrouwend, bang te vinden wat daar beknauwd en bebeten voor't grijpen ligt. tak na tak verschuif je, dring je dieper door, in. splijt je je ogen nachts zinnespel door. je wacht met zien tot na de schok. ratten zoenen hier wel, en kevers, ongedierte, in heel de wereld wel, zoemen. tjirpen. razen. bij 't vinden van haar, lijk, kan je niet van herkenning spreken, al't gewetene, gekende, toevertrouwde, toegedichte schoonheid. 

woorden heb je.
bleek.
blauw.
kippevel.
boven de enkel.
minnespel. der magen.
vol.
maan's buik, rat's zoen, kever's zoem, tsjirp, raas.
huil je.
en nog meer.

"hoe kwam ze daar?"
"hoe kwam ze daar te liggen? ze zat al zo lang, in dan wel wil wel." je weet het niet.
"had ze iets gezegd"
"waaruit wat precies af te leiden viel?" onderbreek je.
"dat ze"
"ik weet het wel" zeg je.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

IT
11 mrt. 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket