Onderweg naar morgen

elmo
10 mei 2015 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

                                  Onderweg naar morgen

 

Ik keek er reikhalzend naar uit! Vol ongeduld en verlangen. Als ik nog een klein meisje was geweest had ik hoogstwaarschijnlijk rondgehuppeld en gezongen. Toen hield ik het slechts bij het laatste. Luidkeels zong ik liefdeschansons die dropen van passie en mijn omgeving in vervoering brachten; naar ik hoopte. Wanneer  ik terugdenk aan die periode, voor en na mijn PLAN, zo prentte het zich in mijn hoofd, kwam ik nog maar eens tot het besef dat ik een jaartje ouder werd, moest leren sterven, zoals het gezegde vereiste, maar bovenal ; dat was nu mijn leven. Hoe vaak heb ik erom geroepen, hoe dikwijls getreurd om mijn gebrek eraan. Het leven met hoofdletter L! Wat hield dat nu precies n voor mij. Wel, ten eerste kennis opdoen, werken, studeren. En de enige manier om daarin te slagen was om te ontsnappen uit dit achterlijk boerengat. In tegenstelling tot wat de religie hen voorschreef, waar dat land zogenaamd in geloofde, gold ginder opgedwongen achtergesteldheid gekruid met hypocriete moraal en gereserveerd met bijgeloof. Vooruitziendheid werd afgestraft, als er tenminste al iemand op zijn achterhoofd is gevallen om het na te streven. Het was verstikkend; iedere avond ondervond ik het aan den lijve. Ik voelde me als een sardine die opeengepakt lag te spartelen in een plasje water dat met de seconde verdampte in de zinderende hitte. Maar als er iets is dat ik met de jaren wel heb geleerd is het wel geduld opbrengen. Het is een schone deugd, zo wordt vaak beweerd en ik beaam het.

Het huwelijk hier, in dit pittoresk dorpje, dat een paradox vormt op haar bewoners, is toepasselijk op een groot deel van de wereld. Het draait zuiver om de machtsstrijd, de touwtjes stevig in handen krijgen en houden, met als ultieme middel; seks en kinderen., Wanneer één van de partners  in kwestie enige beweging waarneemt in de voorheen vaste grond onder zijn voeten pleegt hij een coup, in menselijke taal; scheiding, dat op de meest beestachtige, menselijke vorm wordt uitgevoerd, tot de laatste kruimel, niets ontziend. Dat het leven te kort is en daarom alleen al je het dient te koesteren en vast te houden, daar hebben deze bollebozen geen kaas van gegeten. Maar ja, op je verstand zitten doet blijkbaar geen pijn! Grappig eigenlijk, als je weet hoe deze sneeuwbal aan het rollen is gegaan. Je ziet ze totaal niet komen, de momenten waarop alles verandert. Maar zelfs al kon je dat wel, het doet er niet toe, je kunt er toch niets aan veranderen. Het was dondermiddag, dat herinner ik me als de dag van gisteren. De lente was nog niet zolang het land ingetreden, en kleurde het landschap in nostalgische tinten. De zon scheen heel de dag door maar verkeerde in intieme relatie met een frisse bries. Waar je ook keek, alles deed je geloven dat het leven zo erg nog niet was. Mijn vader was op een van zijn eindeloze tochten als taxichauffeur om zijn klanten op tijd en stond naar de geëiste plek te loodsen doorheen de glooiende kaneelrode rotsheuvels. Ik stond met mijn stiefmoeder en –zusje Meryam in de keuken. Zij bereidde het avondmaal, Meryam modderde wat aan en ik veegde zo goed en zo kwaad als maar mogelijk de keukenvloer schoon met mijn veertienjarige handen en gebogen rug. We hadden het over een vrouw in het dorp. Ze was met man en kroost vertrokken naar Europa. Het land van melk en honing. Europa werd als land beschouwd ongeacht wat de atlassen beweerden.                   De uitgeweken vrouw was het gespreksonderwerp in elk huis, bij iedere bijeenkomst, lang nadat ze er aankwam, gesetteld en de draad van haar leven weer had opgenomen. Wat ging ze daar uitvoeren?! Europa is toch niets voor haar, smoesden de vrouwen bij het meer, de officiële wasplaats. Is het niet goed genoeg in ons land misschien; we zijn gezegend met vruchten, groenten, en allerlei soorten vlees… ? Een hele dag zon, en God boven ons allen. Wie zal haar  leiding geven in een goddeloos land? Ze schrobden, en schrobden met rode wangen en bezwete ruggen terwijl ze zich hardop afvroegen of ze misschien buitenshuis ging werken of studeren, ha!! Ze staakten de was en lachten uitzinnig over deze onbestaanbare ideologie. Hun ideeën zijn vastgeroest en willen niet mee met de tijd en rede. Ik had tot mijn tevredenheid de vloer schoongeveegd en borg de bezem op. Ik verrichtte mijn werk niet naar behoren, althans volgens de vrouw die zo barmhartig genoeg was om me een dak boven het hoofd te bieden. Onze relatie verliep nogal stroef, voor zolang ik me kan herinneren. Een stiefmoeder is iemand die alleen het slechte in een mens ziet. In alle mensen zonder uitzondering maar vooral een kind dat niet van haar is. Ik was veertien, had niets gezien van de wereld buiten de lap grond van mijn vader.. En luidop dacht ik aan wat ik zou doen als ik later, goh, wat leek dat nog ver, groot werd. Ik zou studeren en nadien gaan werken, als God het wil. Je kon er vergif op innemen dat Hij dat zeer zeker wil! Waarop mijn stiefmoeder laconiek repliceerde dat ik niet zo hoog van de toren moest blazen, ik was tenslotte maar een vrouw! En handig plaatste ze het deksel op de pruttelende kookpot waar een appetijtelijke geur uit opsteeg. Daarmee was de kous af! Toch vreemd en treurig, in zekere zin hoe een viertal woorden je hele toekomstbeeld aan diggelen kunnen slaan.

Het was alsof iemand me een keiharde stomp in mijn maag had gegeven waar mijn hart van omkeerde. Ik werd er letterlijk ziek van. De gedachte alleen dat ik het leven zou leiden dat vele generaties voor me leden, zonder enige kans op verandering, zonder enige kans op inspraak mijnentwege, een donker hol zonder licht aan het einde van de uitgang. Je zou voor minder uit dit leven stappen. Ik kotste mijn darmen uit die verdorie niet meewilden. Ik stortte me op het schapen hoedden en keek er naar uit om hele dagen buiten te zijn in de snikhete, zonovergoten vlakte, met niemand om me heen, slechts af en toe het gemekker. De dag dat bij een meisje de eerste bloeding zich openbaarde, sloot ze zich aan bij de ellenlange rij huwbare vrouwen. En op dat gebied kwam mijn uithuwelijking met snelle schreden dichterbij. Ik verkeerde in het lichaam van een jonge vrouw. Mijn borsten leken wel overrijpe tomaten, ongeduldig wachtend op de eerste ‘plukking’. Menig mannelijk dorpsgenoot verlustigde er zich aan, ongeacht de leeftijd. Wat seksualiteit aangaat, beschikten de mannen over hersenen in het geslacht en niet zoals beweerd wordt in de bovenkamer. Ze dachten en deden met hun penis. En dat bestuurde de wereld…

Stilaan rijpte zich een plan in mijn achterhoofd dat zichtbare vormen aannam. De dag dat ik vertrok had het al bijna vier jaar de kans gehad om te rijpen. Iedere avond als mijn vader zijn lichaam ontkleedde en onder de dekens nestelde met zijn brede vrouw links naast hem, sloop ik letterlijk als een dief in de nacht, naar de kamer ernaast. Daar werd sinds ik me kan herinneren voorraden opgeslagen en oude spullen opgeborgen die we niet nodig hadden maar moeilijk afstand van konden nemen. Aan de muur, tegenover de deur hing een oude kapstok en sinds jaar en dag hing mijn vader zijn kleren eraan op voor ie zijn geest en lichaam te ruste legde. 

’s Ochtends vroeg, bij het eerste hanengekraai, als  de donkere hemel slechts met lichtschakeringen sluimerde, trok hij ze weer aan na een uitvoerige wassing. Op de derde dag propte ie ze tot een bundeltje en mikte ze in de hoek van het vertrek tot iemand, meestal een van mijn stiefzussen,  ze bij de rest van het vuile wasgoed deponeerde, en hulde zich in kraakverse kledij. Hij was een propere man, mijn vader. De wereld sliep of bevredigde elkaar, als het hen zo uitkwam, terwijl ik geruisloos zijn zakken leegde en een biljet of twee achterover drukte, naargelang het bedrag ik er aantrof. Ik keek wel uit dat het niet opviel. Na bijna 4 lange jaren had ik de hand kunnen leggen op een aardige som. Ik nam waar ik recht op had. Ik nam wat me toekwam. Terwille van al die jaren van vrijheid en leven waarvan ze me hadden beroofd. Hoewel ik het hen nooit heb verweten. Ze dachten juist te handelen en wat gebeurt uit edele bedoelingen geschiedt steeds voorbij het goede, volgens een wijze, oude man. De wereld is nu eenmaal verdeeld in 2 kampen. Zij die onderdrukken en de onderdrukten. En jammer genoeg zijn de laatstgenoemde in de meerderheid; De onderdrukkers geilen op hun krankzinnigheid en wij onderwerpen ons eraan door gebrek aan beter weten. Fatsoen en Logica zijn hand in hand op een maanloze nacht weggelopen, anders hadden ze de weg wel teruggevonden.

Ik ben God dankbaar dat hij me geen moeder heeft geschonken. Stel je voor! En moeder maakt je ei zacht en de kans is groot dat je het niet redt in deze staalharde wereld. Neen, dank je vriendelijk! Mijn moeder, Moge God genadig zijn, over haar ziel, stierf in het kraambed. Een moeder overleeft nooit zij die ze niet aankunnen, zegt het gezegde. Zoals het een man beaamt, was zijn eerste vrouw nog niet helemaal koud of vader hertrouwde een maagd van het dorp. Zij was rijk, ja zeker! Ze kreeg in korte tijd een man, flink wat jaren ouder maar ervaring en levenswijsheid is belangrijk, een prachtig huis, enorm in formaat, extravagant in stijl. De baby die er noodgedwongen bijkwam, was amper het vermelden waard. En zo ver haar rijkdom reikte, even ver strekte zich zijn zegening want negen maanden later kon hij zich de apetrotse vader van een dochter noemen. En nog één en nog één en nog één. En als afsluiter een zoon. De zegen was inderdaad zo onmetelijk als het zeeoppervlak, hij had een erfgenaam. Op zijn sterfbed kon hij alvast op innerlijke rust rekenen. Adam werd hij gedoopt en ik hield van dat ukkie als was het mijn eigen kind. Een parelmoervlinder. Lavandelbloesem. En ik had tal van koosnamen waar die vandaan kwamen. En vanaf de dag zijn aanvang nam tot ie over ging in de late middag liep ik vergezeld van Adam rond op het platteland. Stenen en distels ontwijkend, mijn huid bronzend en verwarmend door de hete zon. Wat hou ik van die heerlijke vuurbal! Zoals die in Turkije schijnt, schijnt ie nergens; zwoel, sensueel, genadeloos! Zevenendertig schapen had ik onder mijn hoede en ik voerde het werk met grote bevrediging uit. Er is niets dat meer voldoening schenkt, dan een grote portie verantwoordelijkheid. Haalde hun tere pootjes uit vastgehaaktte takken, loodsten hen naar vruchtbare groene vlaktes, bracht het verloren gelopen lammetje terug bij haar familie, zorgde voor voldoende water. ’s Middags onderbrak ik het werk om iets te nuttigen met de rest van het gezin. Daarop werd er een korte siësta ingelast. Het werd dan muisstil in het dorp, alsof  geen enkele ziel nog in leven was. Zelfs de dieren namen deel aan het ritueel. Ik herinner me de voorlaatste dag van mijn vertrek. Voor de laatste maal printte ik het landschap in mijn geheugen. Ik zou het missen, dat kon ik niet ontkennen. Het is zoals een ettergezwel; het klopt en jeukt en de opluchting is groot als het eindelijk geneest. Desalniettemin miste je de nare momenten. Ze werden een deel van je bestaan. Adam rende rond als een kip zonder kop; al maande ik hem aan rustig te doen. Na verloop van tijd plofte hij neer op de grond alsof het niets was. Het kaneelbruin zand stoof op. Ik had mijn ogen gesloten, nam alle geluiden in me op. In de verte mekkerde een geit, gevolgd door een schelle vrouwenstem die iets onverstaanbaars riep. De olijf- en vijgenbomen ritselden heen en weer met hun diepgroene bladeren. Vlakbij krijste cicaden monotoon. Adam lag tegen me aangeleund, zijn voorhoofd gefronst en gevraagd: “Waarom heb ik vroeger niet bestaan? “

Het was een intelligent jochie, maar soms dreef hij me tot wanhoop met zijn vragen waar geen eind aan leek te komen. “Je hebt altijd al bestaan, lieve schat.” “Wij allemaal, bij God in de hemel.” Ik wees naar boven hoewel ik er niet zo zeker van was dat het walhalla zich op die plek bevond.” Ieder individu dat ooit op aarde is geweest of ooit zal komen verblijft er even.”

“En hoe bent ik dan hier gekomen?“  “Kijk”, ik dacht lang na. Hoe kon ik dit het beste uitleggen, zonder een zware berisping van mijn stiefmoeder  alsof ik net een moord had begaan, of nog erger, de waarheid vertelt en me de gebruikelijke negering aanbood die meestal weken duurde, als hij trots en in alle onschuld zijn kennis uit de doeken deed? Het werd aanbevolen in deze cultuur om brood te geven, geen rede, te leven als een zwijn; wroetend, zuiver noch van geest noch lichaam. Ongeacht de tegenstelling die de imam predikte op iedere vrijdag in de dorpsmoskee. Ik herinner me dat mijn nicht aan de vooravond van haar huwelijk nog geloofde dat een vrouw zwanger kon worden doordat “een bepaald soort vocht dat ter hoogte van de vagina lag opgeslagen en bij de minst verkeerde beweging, zoals bijvoorbeeld een tragische val, het vocht zich dan naar de baarmoeder verspreidde. Zoals een meisje uit het dorp recentelijk overkwam. Tja, en als je dan nog niet getrouwd was… “Kijk”, zei ik nogmaals en nam een dunne lange tak ter hand en tekende allerlei onherkenbare figuurtjes in het rode zand. Een huis neemt zijn aanvang met de fundamenten. “In de buik van iedere vrouw zijn er vanaf de geboorte hele kleine eitjes aanwezig en bij de mannen zijn het zaadcellen die…”.

Adam raakte verwonderd zijn buik aan. “Zoals de zaadcellen die mama in  de grond gooit?!” Ik schoot in de lach. “Neen, lieverd, dat zijn zaden die uitgroeien tot voedsel, maar deze zijn een SOORT zaden die in ons lichaam zitten. En als je volgroeit tot man en besluit te trouwen, dan slaap je met je vrouw en daarbij komen het eitje en zaadje samen en dit wordt dan de baby. Het is zeer opmerkelijk en sprookjesachtig als je erbij stilstaat. Maar zo begint het leven van iedere mens, ongeacht kleur of geloof of woonplaats”. Adam was zichtbaar onder de indruk. Ik ging verder:” Dan zijn deze voor veertig dagen nog maar een klein zaadje, na nog eens veertig dagen vormen ze een klonter en dan pas een klompje vlees. Dan stuurt God een engel en blaast de geest erin. Dat is de de tijd dat de mama voelt dat het baby’tje in haar beweegt en dan leeft het ook daadwerkelijk. Want ervoor was het maar een stuk vlees. Nu had het een ziel. En vijf maanden later is dat zaadcel en eitje een volledige baby geworden en komt het uit de buik van de moeder.”  Ik zag aan zijn gezicht hoe het verhaal op hem inwerkte. Na een tijdje zei hij:” En als je geen kind wil slaapt je alleen. Maar als het koud is en je kant niet op de grond slapen?” “ Je moet toch niet op de grond slapen, engel!”, kreette ik verontwaardigt. “ Je blijft toch gewoon in bed.” Het was zijn beurt om geërgerd te roepen. “Maar als je samen slaapt krijg je een kind! “

Ik had meewarrig het hoofd geschud. Ik had het niet goed uitgelegd; in de komende ogenblikken zou hij het woord “slapen” in een totaal andere dimensie zien. Maar, hield ik mezelf voor, men is nooit te jong om te weten. Ik had het tekenen opgegeven maar toen trok ik bedenkelijk enkele strepen in het zand. De zon brandde genadeloos maar de hitte werd gecompenseerd door een matige bries die ons verkoeling bood onder de schaduwrijke vijgenboom. Dra zou de micro kraken ten teken dat de muezzin ze aanstak om op te roepen tot het middaggebed. Ik besloot voort te maken. “God heeft de man en de vrouw anders geschapen, dat weet je toch?” “ Vrouwen hebben bors gekregen om de baby melk te geven want hij kan nog geen brood eten en hebt nog geen tanden”, deed hij trots zijn kennis uit de doeken. “ Helemaal juist! Je bent een slimme jongen, weet je dat? “ Hij glunderde. “Het is trouwens ‘borsten’, de nadruk leggend op de laatste lettergreep”. “ Bors-ten”,prentte hij in zijn geheugen. “Maar dat is niet het enige verschil.  Het geslacht van een man ken je, hé. Maar een vrouw heeft op die plaats een klein gaatje”. Adam luisterde geboeid. Met schuin hoofd hoorde hij het wonder des Heer aan en plots doemde er een lichtje op;: “zoals de paarden!” Adam was schrander inderdaad. “Herinner je je nog toen de bruine merrie haar veulen kreeg…”?

“Dan is haar gaatje floeps opengegaan en is het babypaard eruit gekomen. Ze heeft daar elastiek”?

Ik grimaste. Hoe simplistisch is het kinderbrein.” Het is gewoon heel rekbaar. Je begrijpt nu dat zowel de mensen en dieren het zelfde geslacht hebben. Nu, als een man van zijn vrouw houdt dan wil hij vaak  heel dicht bij haar zijn, toch?”  Hij knikte overtuigd. “Zoals mijn sikje.”

“ Hmmmm, …een beetje”. Sikje was zijn lievelingsdier. Ondanks het feit dat het beest mank liep van ouderdom had hij haar Sikje gedoopt en hield koppig vast aan die naam. Van zodra hij ontwaakte zocht hij  haar op. Grootmoedig deelde hij zelfs zijn koeken en karnemelk met haar maar van het laatste moest ze niets weten. “En”,  ging ik verder, “zodat de mensenniet uitsterven, had God een plan bedacht; de man doet zijn staartje in het gaatje van de vrouw en zo gebeurt het contact van het ei en zaadcellen die uiteindelijk een kind vormen en via datzelfde gaatje komen ze weer naar buiten. “Het werd een tijdje stil. Eigenlijk is het een goed plan, hé?” “ Ja,inderdaad; het is briljant!”

‘s Anderdaags, zou ik me niet op die plek bevinden, daar waar ik was opgegroeid, alles vertrouwd was en wist hoe alles in elkaar stak. Waar ik heb gehuild, plezier heb beleefd met mijn schapen en onnoemlijk eenzaam ben geweest. Het was een sprong in het diepe. Maar bewandel de wereld had Mohamed gezegd en open je hart en ogen. Ik weigerde te sterven alvorens ik mijn vleugels had uitgespreid. Het was tegen de leer van God, tegen de vrije wil, tegen iedere vorm van logisch redenering.

Die avond aten we samen. Het gezin Aslan en ik, de getolereerde. Ik hield van hen, zelfs van mijn stiefmoeder. Per slot van rekening had zij mij gekneed tot wie ik ben geworden en kon ik met gemak overleven. De muezzin riep de dorpsgenoten op tot het gebed. Naarmate de avond naderde nam ieder het er goed van en sleurde stoelen en tapijtjes en keuvelde verder op het dak. Kleine petroleumlampen deden dienst als verlichting. Alsook de talrijke sterren waarmee de hemel bezaaid was. Het duurde niet lang of ik excuseerde me. Ik was moe en ging onder zeil. Speels trok ik Adam naar me toe en plantte een pakkerd op zijn wang. Van de anderen afscheid nemen was niet doenbaar. Ik wenste hen een goede nachtrust en liep op mijn dooie gemak naar mijn kamer.

De microfoon kraakte en droeg vervolgens het gezang van de muezzin rond in de ruime, vrije ruimte. Ik had de hele nacht gewoeld. Ik stond op en maakte me geruisloos klaar, sloot de deur achter me en ging op pad. Mijn familie, sluimerden op dat moment ongebonden tussen droomland en realiteit. Over een uur zou mijn vader ontwaken met zijn vrouw in zijn kielzog en weer ten strijde trekken. Het leven. Het is niet gemakkelijk. Het houdt ons in de ban en we brengen onze dagen door met zaken die er niet toe doen. Verklaar je wereldlijk gewin en steek, bij voorkeur, zoveel mogelijk omstanders de ogen uit de kop. Onze maatschappij dringt ons een zelfverzonnen beeld op, een waanbeeld, gebouwd op losse schroeven, waarin we ons geloof in stellen. Vragen stellen is twijfelen. Twijfelen is niet geloven in jezelf.

Maar ik zette door en relativeer. Vandaag zouden er weeral duizenden kinderen door honger omkomen. Armoe heerste in ons land samen met zijn broertje Onderdrukking. De groene rugzak begon door te wegen. Ik had enkele levensmiddelen gesmokkeld, wat ondergoed en een paar lichte kledingstukken. Voor het vertrek had ik me verkleed in en blauwe spijkerbroek en wit t-shirt. Mijn haren in een start samen gebonden en een pet opgezet. Ik kon aannemelijk voor een toeriste doorgaan, die de laatste tijd het land en in het bijzonder de dorpjes overspoelde. Niemand lette op me. De zon scheen aangenaam warm volop op mijn gezicht. Het landschap begon aan een langzaam proces van haar schoonheid tentoon te spreidden. Koranrecitaties en opzwepende muziek klonken uit voorbijrijdende wagens. Taxi’s, bromfietsers, hier en daar mensen druk in de weer op het land.

Ik draaide me om en aanschouwde voor de laatste maal mijn moederdorp. Ik keek naar de diepgewortelde oppervlakkigheid dat als een deken over het binnenland heen lag gespreid.

Ik zette mijn zonnebril op, gooide de ketenen van mijn enkels en verwelkomde het nieuwe

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

elmo
10 mei 2015 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket