Beste onbekende,
Het voordeel om te wonen in een doodlopende straat speelt nu in mijn nadeel. Een drukke stad laat zich beter beschrijven dan een oase van rust. Toch hebben we bewust gekozen om ons hier te settelen. Er moeten dan wel wat objectieve parameters de revue zijn gepasseerd.
De eerste voorjaarszon bundelt haar krachten. Ik trek wat blaadjes munt, pers een halve limoen en meng dit met “Earl Grey” thee. Voorzichtig nip ik aan het nog iets te warme vocht. Door mijn keukenraam zie ik hoe de zon reflecteert op de witte gevel aan de overkant van de straat. Ik rep me naar buiten. Het felle licht maakt dat ik niets zie op mijn laptopscherm. Het wordt een moeilijke keuze, werken in de schaduw of genieten van de zonnewamte.
Een vogel fluit ritmisch en schel. Een andere antwoordt met meer elan, wisselend van toonhoogte. Aan de lange uithaal en het crescendo, denk ik dat het een kanarie is. Stilte is niet gelijk aan geluidloos. In de verte hoor ik de brommende motor van een vliegtuig. Dichterbij probeert de buurman zijn grasmachine aan de praat te krijgen. Na enkel uithalen, schiet het in gang. Als snel pruttelt de motor en dooft uit met een rauwe zucht. Een citroenvlinder fladdert voorbij en landt midden op de kleverige stamper van de eerste lelies, die onze tuin omboorden.
Samen met mijn man Wim en onze huisdieren James, Mozes, Luna en Beau woon ik in het lieftallige dorp Melsele, gekend om de beste aardbeien. Elk jaar brengt een delegatie van het Melseelse Aardbeicomité en het Beverse Gemeentebestuur een korf primeuraardbeien naar het koninklijk paleis. Deze traditie dateert al van de jaren zestig. De aardbeien waren dit keer extra groot omdat het gaat om een totaal nieuwe soort; het ‘Sonsation’-ras. De koning nam ze niet zelf in ontvangst. Dat doet hij maar om de vijf jaar. Waag het niet om te zeggen dat deze van Hoogstraten beter zijn.
Het lokaal patriotisme viert een hoogdag.
Deze aardbeisoort ziet er zo verleidelijk uit als een vrouw die te knap is om te benaderen. Wilde fantasieën passeren de revue, maar mijn innerlijke ik fluistert me in dat ik moet afhaken. Dit is geen spek voor mijn bek, mompel ik binnensmonds. Het is als een verleidingsspel. Je wil wel, maar je
probeert de extase nog even uitstellen. De liefde is uitnodigend, het model uitdagend. Zal ik me overleveren aan verleidingsspel met de angst om gekwetst te worden ? De goesting is te groot, ik hap toe … Slechts één beet. Ik ben verkocht. Het zoete vocht sijpelt over mijn vuurrode lippen.
De wortels van mijn man liggen in het Antwerpse Hoboken, gelegen aan de Schelde in een deels industriële en deels polderrijke omgeving. Ik hou van de synergie van haven en toerisme. Bij industrie wordt vooral gedacht aan milieuvervuiling, aantasting van het landschap en het wegpesten van de dorpsbewoners. Kijk maar naar het polderdorp Doel. Ik probeer me niet te laten meeslepen in deze negatieve spiraal. De wereld is in evolutie. Negativisme kan je omkeren in positivisme.
Samen met James, onze Franse Bulldog, gaan we graag wandelen in het “Klein Rietveld’. Dit is een natuurcompensatiegebied, dat is ontstaan als tegemoetkoming voor het verlies van kostbare natuur voor de uitbouw van de Waaslandhaven. De houten wandelpaden doorkruisen het water. Twee zwanen pletsen met hun zwarte zwemvliezen aan wal. Door hun specifieke gang helt hun lichaam afwisselend van links naar rechts.
Het is genoeg geweest. Voldaan keren we terug naar huis. Zoals altijd is James nu te moe, lees te lui, om in de auto te springen. Ik sla mijn armen om zijn voorpoten en achterste en til hem de auto in. Als ik het slot omdraai verschijnt de melding “controleer koelvloeistof”. Ik zucht diep. Het is uiteraard belangrijk dat mijn auto volledig in orde is om veilig te kunnen rijden, maar hoe je het draait of keert, de kostprijs is meestal hoger dan verwacht. Een belletje van de receptionist is niet te
vermijden :
‘Goede morgen mevrouw Adriaenssens.’
‘Voor u ook’, zeg ik.
‘We hebben uw wagen nagekeken. De druk in uw banden is laag en de profielen zijn uitgesleten. Zo verliest u uw grip op de weg, zeker als het regent. U zal er toch eens aan moeten denken om …’
‘mijn banden te laten vervangen zeker’, zeg ik bitsig.
‘Inderdaad’, repliceert hij.
‘Ok, ik bespreek het met mijn man en bel je nog terug’.
Het is of die werklui gouden handen hebben. Op de vorige factuur zag ik dat ze voor één werkuur zestig euro zonder BTW aanrekenen. Daar zal dan hun koffie en hun toiletbezoek inbegrepen zijn! De rest van de dag blijf ik snibbig en in mezelf gekeerd.
Die avond stop ik na het werk nog even in de plaatselijke supermarkt. In het weekend hebben we familie uitgenodigd. Met een aantal koppels kopiëren wij de “Komen Eten Formule”. Dromerig sta ik aan de vleestoog. Tinten van baby roze tot bloedrood, met hier en daar een verlept groen van peterselie vullen de etalage.
‘Dag mevrouw, kan ik u helpen ?’
Ik richt mijn hoofd op en zie een gezicht dat ik me nog vaag herinner, maar niet kan thuis brengen.
‘Ingrid, Ingrid, dat ben jij toch ?’
Ik scan elke millimeter van zijn gezicht. In zijn gulle glimlach ligt de openbaring.
‘Geert ?’ pers ik hoopvol uit.
‘Ja’, antwoordt hij lang gerekt.
Het is nu alsof twintig jaar in tien minuten moet worden gepropt.
Standaardvragen schieten van de éne naar de andere.
Beleefd sluiten we ons gesprek af. Als ik ooit nog eens een lekker sappig stuk vlees nodig heb, dan weet ik waar ik deze beenhouwer kan vinden.