Elise Legrande

Gebruikersnaam Elise Legrande

Teksten

Penvriendin

Beste Inge,   Nog een laatste spurt. De eindmeet is in zicht. Het doel is bereikt. Acht brieven hebben jij en ik naar elkaar geschreven. Binnen enkele weken volgt de prijsuitreiking. Een beker of trofee verwacht ik niet. Daar heb ik hoegenaamd geen behoefte aan. Het enige wat ik wil is de bestemmeling en ontvanger van mijn brieven ontmoeten en uiteraard ook mijn nog “onbekende collega’s”.   De datum is al geprikt. Het festival van de letteren, ook wel de Schrijfdag, vindt plaats op 2 juni in Bibliotheek De Krook in Gent. De kers op de taart, de architecturale verpakking rond hongerige cursisten op zoek naar inspirerende workshops, schrijfbegeleiding en wisselwerking tussen gelijkgestemden. Spannend, we zullen elkaar daar voor het eerst ontmoeten.   Ik voel aan de toon van je laatste brief dat ik je wat teleurgesteld hebt. “Mea Culpa”. Feedback is inderdaad belangrijk in een creatief proces. Je wil gelezen worden, waardering krijgen. Door te veel hooi op mijn vork, heb ik te weinig aandacht besteed aan de terugkoppeling.   Je weet dat onze coach vanuit Creatief Schrijven, Marc is. Zijn respons op mijn schrijfsels is terecht. Ik zondig aan te lange zinnen. Eigenlijk weet ik het maar al te goed, want in mijn opleiding “commentaarteksten schrijven voor videomontages” verkondigde ik maar al te graag dat de afwisseling tussen korte en lange zinnen, de tekst luchtig houdt en ritme brengt. Ik noemde dat de worst- en gehaktconstructie, een ezelsbruggetje.   Uiteraard schrijf ik graag, anders had ik me niet ingeschreven. Een van de leukste opdrachten vond ik de eerste, een beschrijving van onze leefomgeving geven met nog een paar extra elementen. Het was een hele uitdaging en ook een overwinning om je teksten toe te vertrouwen aan een derde.   Vanaf we meer voeling met elkaar kregen en ontdekten dat er toch wel enkele raakvlakken tussen ons waren, genoot ik meer van het schrijven en vooral van het lezen. Het was net zoals vroeger. Afwachten tot je de klep van de brievenbus hoort dichtklappen. De omslag openscheuren om dan in een verdoken hoekje de brief te lezen.   Wat we zeker gemeen hebben is dat we liever onze gedachten toevertrouwen aan het papier. Zelf ben ik ook geen grote prater en in een groep zal ik al snel naar de achtergrond verdwijnen. Ik heb er aan proberen werken en gedeeltelijk is dat wel gelukt. Zoals Inge het zo mooi heeft verwoord, mijn rugzak loopt ook niet over van zelfvertrouwen. Verbaal communiceren is een aandachtspunt. In een gesprek komen mijn woorden vaak harder aan dan bedoeld. Ik gruwel van mensen die eindeloos kunnen converseren zonder een boodschap.   Wat mij ook stoort zijn mensen die beweren spiritueel te zijn, maar gefrustreerd blijven rondlopen omdat ze niet kunnen relativeren. Dingen gebeuren om een reden. Ik ben niet zweverig, maar ik geloof net als jou Inge, dat er hogere krachten zijn. Soms geven deze een teken. Als ik een parkeerplaats nodig heb, dan vraag ik aan mijn gids om er al eentje te reserveren ;-) Meestal lukt dat wel. Ik hou er dan ook aan hem daarna te bedanken.   Het feit dat ik geen kinderen heb, kan ik in dezelfde context plaatsen. Lange tijd was ik boos op mezelf, op anderen die naar mijn mening niet goed genoeg voor hun kinderen zorgden, op de wereld. Nu heb ik dat een plaats gegevens. Eerlijk gezegd, ik snak nu naar rust. De kinderen van mijn broer komen soms op bezoek. De oudste is zestien, de jongste vijf. Een super lief kind, maar vooral wat overenthousiast. Genieten doe ik met volle teugen als ze er is, maar nog meer geniet ik van de rust in huis als “mijn klein patéke” terug naar huis is. Over eten gesproken. Ik eet ondertussen al meer dan een yoghurt als ontbijt en een appel als lunch, met de extra kilo’s tot gevolg. Verwacht zaterdag dus geen bonenstaak. Voor alle zekerheid zal ik een foto meebrengen. Ik zal uitkijken naar dat bang wezeltje, dat spichtig uit haar oogjes kijkt.   Tot zaterdag, Liefs, Fabienne, uw inmiddels meer bekende

Elise Legrande
0 0

Onbekend maakt niet onbemind

Beste Inge,   Ik ken je naam en weet ondertussen al wat persoonlijkheidskenmerken van jou en toch blijf je nog een onbekende. Hoe zie je eruit ? Ik zou kunnen beginnen met veronderstellen. Je verklapte me al de leeftijd van je kinderen, dus zou ik jou plaatsen in de categorie begin veertig. Wees niet boos als ik er compleet naast zit. Ik ben de onwetende bestemmeling van jouw schrijfsels.   We hebben zeker een aantal raakvlakken. Niet alleen schrijven we graag, maar er is meer. Ook ik loop niet over van zelfvertrouwen. Het is tijden veel beter geweest, maar de laatste tijd daalt de thermometer gestaag. Nu ik je schrijf voel ik de tranen opborrelen. Het gaat niet zo goed met mij en mijn man. Het is zo spijtig. Potentieel gezien zou dit een droomrelatie kunnen zijn. Ik heb fouten gemaakt, die ik nu aanpak. Niemand is perfect, maar ik vrees dat mijn man zijn zelfbeeld ideaal vindt, zodat hij niet de realiteitszin heeft om toe te geven dat hij ook ergens fout zit. Het is spijtig dat twee mensen die in de basis elkaar graag zien, niet de weg vinden tot toenadering.   Genoeg gezaagd langs mijn kant. Zijn er gebeurtenissen in jouw leven waar jij spijt van hebt ? Misschien moet je inderdaad nog eens contact opnemen met Gert, zo maak je de cirkel rond en kan je afsluiten wat er ooit is geweest of niet is geweest. Waarom lees en schrijf je graag ? Bij mij neemt de fantasie de bovenhand. In een film zie je wie de personages zijn, wat ze doen. In een boek krijg je een beschrijving, maar de eigen invulling die je eraan kan geven, maakt het voor mijn intenser. Het verhaal in het boek kan ik aanvullen met mijn eigen gedachten.   Eigenlijk ben ik stiekem een beetje jaloers op jou. De manier waarop jij het sprookje Roodkapje vorm hebt gegeven door te schrijven vanuit het standpunt van Wolf vond ik subliem. Ik zou het zelf niet kunnen. Vroeger misschien wel, maar door de jaren heen ben ik ergens mijn kind zijn verloren. Ik denk dat kinderboeken jou wel zouden liggen. Misschien is het wel omdat ik zelf geen bengels heb, dat ik me moeilijker kan inleven.   Mijn dada is drama. Ben ik een “…-Queen?”, dat denk ik niet. Al maak ik me snel ongerust en angstig. Vooral voor zaken die ik zelf niet kan beheersen, zoals een lift, pretparkattracties, het vliegtuig nemen … Je weet dat ik dat nu voor de eerste keer na vijfentwintig jaar heb gedaan. Mijn grote droom is ooit deel te nemen aan een schrijfvakantie in het buitenland. Voorlopig kan ik dit nog niet aan zonder de steun van mijn partner, denk ik. Al moet ik er rekening mee houden dat de mogelijkheid erin zit dat ik in de toekomst er alleen voor zal staan.   Ik bedenk me nu dat jouw leven er binnen een tiental jaren ook anders uit zal zien. Heb je schrik voor het lege nest syndroom of zie je voldoende mogelijkheden om die ruimte om te zetten voor me-time of quality-time met je Franse avondschool ;-) alter ego. Als ik tussen de regels leef, denk ik wel dat jullie een harmonieuze relatie hebben.   Inge, ik weet niet of jij nog een vader hebt. Je lieve moeke is niet meer. Mijn ouders zijn in een tijdspanne van 3 jaar overleden. Het voelt nog altijd onwezenlijk. Zeker het verlies van mijn moeder kan ik niet plaatsen. Ze was zo actief, veel meer dan ik. Fitnessen deed ze twee keer per week, terwijl ik voor alles de auto neem. Shame on me !  Het lot is onverbiddelijk, een hartaderbreuk. Van de éne dag op de andere was ze er niet meer. Onze steun en toeverlaat, mijn mentor – bemiddelaar – tussen mij en mijn broer. Hoe geef jij dat gemis een plaats ?   Oh ja, en dan zijn er nog de collega’s. Dat stelletje ongeregeld. Ik denk dat het overal wel wat is. Dat weet ik zeker. Ik weet niet wat jouw karaktertrekken zijn ? Ik ben nogal empatisch en probeer in iedereen het goede te zien. Het stoort me mateloos dat de meesten op onze dienst genieten van geroddel en achterklap. Heft iemand zijn achterwerk op om te vertrekken naar de printer, het toilet of wat of wie dan ook, dan verstommen de gesprekken in “sis-klanken” van gefluister, waar je niets van kan afleiden, maar wel weet wie de antagonist is. De slechterik die nu over de tongen gaan.   Inge, kom jij naar de schrijfdag ? Het zou wel fijn zijn om je eens in het echt te ontmoeten, al geeft me dat een gemengd gevoel. Daar sluiten we af en horen of zien elkaar misschien nooit meer. Dat hebben we natuurlijk zelf in de hand. Ik maak me sterk dat er mensen in je leven komen omdat die de weg wijzen op dat specifieke moment. Sommigen blijven hetzelfde pad bewandelen, anderen gaan dan weer hun eigen richting uit.   Deze brief schreef ik deze morgen. Ondertussen heb ik ook jouw brief gelezen. Ik ga me er niet door laten beïnvloeden om nu al antwoorden te geven. Je brief heeft me ontroerd. Op deze korte tijd heb je me weten te doorgronden, een knap staaltje mensenkennis.  

Elise Legrande
0 0

Schrijven is ook praten

Bij onze eerste ontmoeting waren we jong en vooral naïef. Ik was er eerst. Jij volgde enkele maanden later. Samen werkten we op de aankoopafdeling van een firma gespecialiseerd in gereedschappen en hijsapparatuur. Wat klinkt dat lekker sexy en uitermate vrouwelijk ;-) Die smileys mogen nu in een geschreven tekst, naar heb ik vernomen.   Zoals je wel weet, heerste er op ons werk een schoolse mentaliteit. Soms ging het er zowaar aan toe als in een kostschool. We zaten in rijen van vier achter elkaar. De slimmeriken en degenen die niet goed zagen, zoals Erik, vooraan, het gepeupel achteraan. Jij zat aan de deur van de grote baas, de Fernand. Een strategische plek, zo wist je wie er wanneer op appel moest komen.   Onze vriendschap sloeg over tijdens onze middagpauze. Op de Sint-Jacobsmarkt in Antwerpen ontmoetten we elkaar. Elke middag kon je me vinden op een bank aan het basketbalplein. Ik steevast met als middagmaal enkel een appel. Ik weet niet wat jij at, want jij kwam pas na je middagmaal naar me toe. In die buurt was veel te beleven. We zaten midden de “rosse buurt”, maar tijdens de dag was daar weinig van te merken. De Groenplaats was op wandelafstand met toen nog de Innovation.   Onze vriendschap bloeide en groeide. We staken de draak met iedereen op het bedrijf en verzonnen bijnamen. Den Bernard noemden we “den titser”, omdat hij het niet kon laten om af en toe de achterste ronde vormen van vrouwen te betasten. In deze tijd zou het zeker voer zijn voor “ongewenst seksueel gedrag”, maar toen werd dat meer getolereerd.   Tijdens de werkuren was het verboden om te praten. We deden dat dus in onze middagpauze op het gekende plein tot een nieuw medium zijn intrede deed. Vanaf dan was het ook mogelijk om te communiceren via onze computer. Niemand die het zou opmerken of zouden onze razendsnelle vingers en opzwepend getokkel ons verraden ?   Ik zei het al, we waren nog wat ongekunsteld. Op een dag bemerkte Véronique, mijn vriendin dus, een vacature voor haar eigen functie in de krant. Op maandagochtend vroeg ze onmiddellijk een gesprek aan met de grote baas. Het was inderdaad zo, beaamde hij. Ik zat mee in het complot. Hij vond dat we teveel praatten. Als twee onschuldige schaapjes zaten we nu naast elkaar over hem. Hij schuifelde met de houten lade van zijn bureau. Zijn pezige handen haalden een pak A4 pagina’s uit de schuif en hij zei kordaat : ‘hier dat is wat jullie de laatste weken allemaal hebben geschreven’.   Véronique liet haar ogen al snel op haar schoot zakken en ik kreeg een stevige blos, zeker omdat we wisten dat we iedereen uit het bedrijf een mouw hadden gepast en niet in het minste onze hogeren. Met als climax de uitspraak van Véronique dat de jongste van het trio, ook twee zonen van Fernand werkten mee in het bedrijf, haar wel zou kunnen krijgen. We werken al lang niet meer op dat bedrijf, maar zijn nog wel nog steeds vriendinnen. Praten doen we nu nog altijd ofwel met messenger, ééns een chatter, altijd een chatter of life met een lekker hapje en drankje.          

Elise Legrande
0 0

Aartsengel Michaël

Beste Michaël,   Dat is de naam van twee van mijn lifecoaches. Michaël is een aartsengel, maar ook een aarde engel. Hij zou een beschermer zijn, die wezens op het rechte pad houdt.   Misschien heb ik deze tweevuldigheid wel nodig. De éne om mijn demonen te verjagen, de andere om de krijtlijnen uit te zette voor mijn nieuwe weg.   Al zowat een dertig jaar twijfel ik over de creatieve invulling als compensatie voor mijn baan. Vroeger leek elke dag een feest. Nu bijna dertig jaar later is het een opgave. Er is zoveel veranderd. Gepensioneerden worden niet vervangen. De werkdruk is hierdoor enorm toegenomen. Warm menselijkheid is ver te zoeken. Men denkt enkel prestatiegericht.   Mijn uitlaatklep zijn mijn hobby’s. Ik durf eerlijk bekennen dat ik tijdens mijn werkuren als eens surf naar niet werk gerelateerde sites. Wat niet weet, niet deert, sus ik mezelf.   In mijn jonge jaren was ik gebeten door taal. Ik absorbeerde woorden, zoals keukenpapier dit doet met water, verzwelgen. Daarna verschoof mijn interesse naar beeldtaal. Fotografie en video namen de overhand.   Toch bleef lezen en schrijven altijd borrelen aan de oppervlakte. Ook al was ik bezig met bewegend beeld, gewaardeerd werd ik vooral voor het verhaal en de structuur van mijn kortfilms. Nu waren drie interessevelden met elkaar verweven.   Hoe moest het nu verder ? Waar ligt uiteindelijk mijn focus ? Het wordt tijd dat ik duidelijk weet welke richting ik uit wil. Wat zou ik op mijn bucketlist zetten? Misschien is dat wel de sleutel voor een definitieve keuze.   Een van de twee Michaëls zal me uiteindelijk de richting wijzen. Dat weet ik zeker.

Elise Legrande
0 0

De vervelende kever

Na een periode zonder vakantie, eindelijk nog eens tijd voor elkaar. We zouden gaan fietsen. De bestemming stond nog niet vast. Fietsen op het bagagerek, neus in de wind en we zien wel waar we uitkomen.   ‘Stop’ roep ik uit alle macht.   ‘Ik heb een idyllisch plekje gevonden en wil dat we hier starten.’   Met mijn voeten nog maar net op de pedalen, hoor ik boven me een zoemend geluid. ‘Een bij of een hommel wellicht’ zegt mijn man die mijn onrust opmerkt. ‘Dat is normaal bij deze temperaturen en voorjaarsbloesems.’   Je zou zulk een insect vervelend of enerverend kunnen noemen, maar het geluid van dit exemplaar tartte mijn verbeelding. Het leek geen gewoon insect, maar een individu dat menselijke vormen had aangenomen. Een insect heeft zes poten en dit exemplaar had er maar vier. Bovendien draaiden deze alle richtingen uit.   Ik had er genoeg van. De oranjegloed van het ochtendgloren maakte stilaan plaats voor een blauwe hemel, bedekt met hier en daar een schapenwolkje.  Onze wielen wentelden in snel om hun as, het tempo zat er duidelijk in.   Op de achtergrond snorde wederom dat stukje ongedierte. Ik keek achterom en smakte bijna tegen een boom. Bruusk draaide ik mijn stuur om, zodat ik alle aandacht nodig had om mijn evenwicht terug te vinden. Dat onding met zijn mottig gepantserde lijf was nu op ooghoogte. Zijn ogen keerden alle richtingen uit met een geluid van het bijstellen van een motor.   In paniek zwaaide ik met mijn armen alle richtingen uit. Het beest smakte op de grond en bleef achter, tollend op zijn rug. Twee poten hadden de strijd niet overleefd en lagen als een uitéén getrokken pop, naast het trillende lichaam. Ik knielde naast het slachtoffer neer en zag dat het geen dier was, maar een drone in de vorm van een kever.

Elise Legrande
0 0

Samen sterk

                                                                       Melsele, 18 april 2018 Beste Kay Lee,   Je liet lang op je wachten. Op enkele minuten na duurde de bevalling een etmaal. Dit weet ik van horen zeggen. Ik was er zelf niet bij. Deze uitputtingsslag werd moedig gedragen door je mama, mijn schoonzus. In dezelfde periode dat jij bent geboren, hadden mijn man en ik ook een kinderwens. Je weet uiteraard dat we kinderloos zijn gebleven. Jij werd mijn “ersatz-kind” en ik je “suikertante”. Hoe groter je werd, hoe meer je me om je vinger kon winden. Je lievelingswinkel was “Dreamland”, niet verwonderlijk natuurlijk een walhalla van kleuren, vormen, geluiden en grijpgrage handjes. De kloof kon niet groter zijn. Lieverdjes met omhooggetrokken mondhoeken en iets toegeknepen oogjes, minivoetjes in stevige tred naar de kassa. Speelgoed nog niet betaald, maar stevig omklemd. Enkel de kassierster mag het pakket overnemen. Stel je voor dat moeder het terug naar zijn oorspronkelijke plaats zou brengen. Jij bleef veilig bij me, want je wist maar al te goed dat ik je niets kon weigeren. Ondertussen ben je al vijftien, bijna zelfs zestien. Je plant al volop je “sweet sixteen party”, samen met je hartsvriendin Charlotte. Vroeger waren we onafscheidelijk. Vaak nam ik een dag vakantie om samen met jou uitstapjes te maken. Ik mis ons en ik weet dat jij dat ook mist. Het is vreemd, hoe meer de jaren verstreken, hoe stiller je werd, teruggetrokken, angstig zelfs. Samen weten we dat het verlies van twee bijzondere mensen die je je eerste tien levensjaren hebben gekoesterd, verzorgd en vooral hebben liefgehad, er hard heeft ingehakt. Mijn ouders, jouw bomma en bompa, zijn niet meer, maar het verlies dragen we samen nog elke dag.

Elise Legrande
0 0

Ga ervoor Julie

                                                                               Melsele-Barcelona, 11 april 2018 Beste Julie,   Jouw droom werd mijn werkelijkheid. Ik geloof in het lot. Zijn we tweelingzielen ? Nee, dat denk ik niet. We inspireren elkaar. Jij geeft mij de kracht om mijn grenzen te verleggen. Wie ons samen ziet, zou kunnen denken dat we moeder en dochter zijn. Jij een tiener in de fleur van haar leven, ik een vijftiger met wijs- en vooral grijsheid. De laatste dagen was je veel in mijn gedachten. Jij was mijn katalysator die mijn motor de energie gaf om mijn vliegangst aan te pakken. Wees maar zeker, de adrelanine gonsde door al mijn bloedvaten. Mijn handen trilden zo erg, dat ik bij de check-in mijn paspoort niet uit het doorzichtige hoesje kreeg. “Beveren Verbindt” staat erop  in vermiljoenrood en azuurblauw, het nieuwe logo mijngemeente. Twee uur later, de ontlading. Een melange van opluchting, overwinging en blijheid borrelde op in mijn ooghoeken.                                                                                              Barcelona, 12 april 2018 Beste Julie,   Ik besef maar al te goed welke voorkeurspositie ik heb. Jij droomt er al zo lang van om naar Barcelona te gaan. Door jouw beperking is dat een hele onderneming. Jij bent anders. Je kan niet zoals alle andere leeftijdsgenoten onbezorgd op vakantie vertrekken.  Reizen vraagt voor jou en je familie weken van voorbereiding. Vooral het onderzoek naar rolstoeltoegankelijkheid van de vervoersmiddelen die je zal gebruiken en de plaatsen die je wil bezoeken is een ganse onderneming.  Toch weet ik dat je zal slagen in je doel. Eens samen met vriendinnen erop uit trekken, zonder je vaste begeleiders, je ouders.                                                                                              Barcelona, 14 april 2018 Beste Julie,   Gisteren schreef je me dat je al een aantal vriendinnen hebt gevonden die samen met jou op droomreis willen gaan. Het gaat je lukken. Ook al heb  je een fysieke beperking, mentaal ben je enorm sterk.  Met je positiviteit en empathie kan je elkeen ontwapenen. Wat je me vooral hebt bijgebracht is “leren relativeren”. Je maakt zelf grapjes over je gezondheid, zoals “mama, ik kan best wel op mijn eigen benen staan”, ook al zal dat wellicht in de letterlijke betekenis geen werkelijkheid worden. Laten we hopen, dat ooit deze sleutel wordt gevonden in de medische wereld.    

Elise Legrande
0 0

Opdracht 1

Beste onbekende, Het voordeel om te wonen in een doodlopende straat speelt nu in mijn nadeel. Een drukke stad laat zich beter beschrijven dan een oase van rust. Toch hebben we bewust gekozen om ons hier te settelen. Er moeten dan wel wat objectieve parameters de revue zijn gepasseerd.   De eerste voorjaarszon bundelt haar krachten. Ik trek wat blaadjes munt, pers een halve limoen en meng dit met “Earl Grey” thee. Voorzichtig nip ik aan het nog iets te warme vocht. Door mijn keukenraam zie ik hoe de zon reflecteert op de witte gevel aan de overkant van de straat. Ik rep me naar buiten. Het felle licht maakt dat ik niets zie op mijn laptopscherm. Het wordt een moeilijke keuze, werken in de schaduw of genieten van de zonnewamte. Een vogel fluit ritmisch en schel. Een andere antwoordt met meer elan, wisselend van toonhoogte. Aan de lange uithaal en het crescendo, denk ik dat het een kanarie is. Stilte is niet gelijk aan geluidloos. In de verte hoor ik de brommende motor van een vliegtuig. Dichterbij probeert de buurman zijn grasmachine aan de praat te krijgen. Na enkel uithalen, schiet het in gang. Als snel pruttelt de motor en dooft uit met een rauwe zucht. Een citroenvlinder fladdert voorbij en landt midden op de kleverige stamper van de eerste lelies, die onze tuin omboorden.   Samen met mijn man Wim en onze huisdieren James, Mozes, Luna en Beau woon ik in het lieftallige dorp Melsele, gekend om de beste aardbeien. Elk jaar brengt een delegatie van het Melseelse Aardbeicomité en het Beverse Gemeentebestuur een korf primeuraardbeien naar het koninklijk paleis. Deze traditie dateert al van de jaren zestig. De aardbeien waren dit keer extra groot omdat het gaat om een totaal nieuwe soort; het ‘Sonsation’-ras. De koning nam ze niet zelf in ontvangst. Dat doet hij maar om de vijf jaar. Waag het niet om te zeggen dat deze van Hoogstraten beter zijn.Het lokaal patriotisme viert een hoogdag.   Deze aardbeisoort ziet er zo verleidelijk uit als een vrouw die te knap is om te benaderen. Wilde fantasieën passeren de revue, maar mijn innerlijke ik fluistert me in dat ik moet afhaken. Dit is geen spek voor mijn bek, mompel ik binnensmonds. Het is als een verleidingsspel. Je wil wel, maar jeprobeert de extase nog even uitstellen. De liefde is uitnodigend, het model uitdagend. Zal ik me overleveren aan verleidingsspel met de angst om gekwetst te worden ? De goesting is te groot, ik hap toe … Slechts één beet. Ik ben verkocht. Het zoete vocht sijpelt over mijn vuurrode lippen. De wortels van mijn man liggen in het Antwerpse Hoboken, gelegen aan de Schelde in een deels industriële en deels polderrijke omgeving. Ik hou van de synergie van haven en toerisme. Bij industrie wordt vooral gedacht aan milieuvervuiling, aantasting van het landschap en het wegpesten van de dorpsbewoners. Kijk maar naar het polderdorp Doel. Ik probeer me niet te laten meeslepen in deze negatieve spiraal. De wereld is in evolutie. Negativisme kan je omkeren in positivisme. Samen met James, onze Franse Bulldog, gaan we graag wandelen in het “Klein Rietveld’. Dit is een natuurcompensatiegebied, dat is ontstaan als tegemoetkoming voor het verlies van kostbare natuur voor de uitbouw van de Waaslandhaven. De houten wandelpaden doorkruisen het water. Twee zwanen pletsen met hun zwarte zwemvliezen aan wal. Door hun specifieke gang helt hun lichaam afwisselend van links naar rechts. Het is genoeg geweest. Voldaan keren we terug naar huis. Zoals altijd is James nu te moe, lees te lui, om in de auto te springen. Ik sla mijn armen om zijn voorpoten en achterste en til hem de auto in. Als ik het slot omdraai verschijnt de melding “controleer koelvloeistof”. Ik zucht diep. Het is uiteraard belangrijk dat mijn auto volledig in orde is om veilig te kunnen rijden, maar hoe je het draait of keert, de kostprijs is meestal hoger dan verwacht. Een belletje van de receptionist is niet tevermijden :‘Goede morgen mevrouw Adriaenssens.’‘Voor u ook’, zeg ik.‘We hebben uw wagen nagekeken. De druk in uw banden is laag en de profielen zijn uitgesleten. Zo verliest u uw grip op de weg, zeker als het regent. U zal er toch eens aan moeten denken om …’‘mijn banden te laten vervangen zeker’, zeg ik bitsig.‘Inderdaad’, repliceert hij.‘Ok, ik bespreek het met mijn man en bel je nog terug’.Het is of die werklui gouden handen hebben. Op de vorige factuur zag ik dat ze voor één werkuur zestig euro zonder BTW aanrekenen. Daar zal dan hun koffie en hun toiletbezoek inbegrepen zijn! De rest van de dag blijf ik snibbig en in mezelf gekeerd.Die avond stop ik na het werk nog even in de plaatselijke supermarkt. In het weekend hebben we familie uitgenodigd. Met een aantal koppels kopiëren wij de “Komen Eten Formule”. Dromerig sta ik aan de vleestoog. Tinten van baby roze tot bloedrood, met hier en daar een verlept groen van peterselie vullen de etalage.‘Dag mevrouw, kan ik u helpen ?’Ik richt mijn hoofd op en zie een gezicht dat ik me nog vaag herinner, maar niet kan thuis brengen.‘Ingrid, Ingrid, dat ben jij toch ?’Ik scan elke millimeter van zijn gezicht. In zijn gulle glimlach ligt de openbaring.‘Geert ?’ pers ik hoopvol uit.‘Ja’, antwoordt hij lang gerekt.Het is nu alsof twintig jaar in tien minuten moet worden gepropt.Standaardvragen schieten van de éne naar de andere.Beleefd sluiten we ons gesprek af. Als ik ooit nog eens een lekker sappig stuk vlees nodig heb, dan weet ik waar ik deze beenhouwer kan vinden.

Elise Legrande
0 0